In het maatschappelijke debat over de toekomst van de ouderenzorg wordt vaak verwezen naar een grotere inzet van mantelzorg. Dat lijkt echter niet reëel concludeert Mezzo, de landelijke verenigingen van mantelzorgers en vrijwilligerszorg, uit de eerste resultaten van haar Meldactie ‘Zorg- en huishoudtaken voor mantelzorger in instelling’.
Uit de meldactie blijkt dat ruim 80 procent van de mantelzorgers al huishoudelijke en/of zorgtaken uitvoert in het verpleeg- of verzorgingshuis. Zo’n 40 doet dit dagelijks. “Je kunt je dus sterk afvragen of een grotere inzet van de informele zorg wel reëel is”, stelt Fleur Kusters, woordvoerster van Mezzo. Een meerderheid van 52 procent zegt huishoudelijke en/of zorgtaken uit te voeren in de zorginstelling van zijn naaste, omdat hij vindt dat zijn naaste anders zorg en aandacht tekort komt.
Meldactie
De meldactie is half april gestart en loopt nog tot eind juni. Zo’n 42 mantelzorgers hebben de vragenlijst tot nu toe ingevuld. Bij 26 respondenten gaat het om een ouder die in de zorginstelling woont, bij 10 respondenten om de partner, bij 2 om een kind, bij 2 om een broer/zus en bij 2 ‘anders’.