Bewoners in achterstandswijken hebben een hoger geneesmiddelengebruik dan inwoners van welgestelde wijken. Zo zijn er in achterstandswijken naar verhouding bijna twee keer zo veel gebruikers van vitamine D dan in welgestelde wijken.
Dit meldt de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK).
Geneesmiddelgebruikers die in achterstandswijken wonen, gebruiken meer receptplichtige pakketgeneesmiddelen dan geneesmiddelgebruikers in welgestelde wijken. Gemiddeld gebruikt een inwoner van een achterstandswijk 3,5 geneesmiddelen. In een welgestelde wijk komt dat gemiddelde uit op 2,9. In achterstandswijken gebruikt 38 procent van de geneesmiddelgebruikers slechts één geneesmiddel. In welgestelde wijken is dat met 43 procent iets meer.
Uit de top 10 met grootste verschillen in gebruikers tussen achterstandswijken en welgestelde wijken valt de groep die vitamine D slikt op. Op iedere duizend apotheekbezoekers in een achterstandswijk, zijn er 78 die vitamine D gebruiken. Dat is ruim 80 procent meer dan het aantal gebruikers in een welgestelde wijk. In de top 10 komen uitsluitend geneesmiddelengroepen voor die vaker in achterstandswijken worden gebruikt. Corticosteroïden voor nasaal (R01AD) gebruik bij rinitis vallen maar net buiten deze top 10. Bij deze groep ligt het aantal gebruikers in welgestelde wijken juist 15 procent hoger dan in achterstandswijken.
Sociaaleconomische status
Om de wijk te kwalificeren heeft SFK gebruikgemaakt van de sociaaleconomische status (SES). Deze status berekent het Sociaal Cultureel Planbureau aan de hand van opleiding, inkomen en beroepsstatus van de inwoners van een wijk. Op basis van deze SES-score deelde de SFK alle Nederlandse wijken in tien groepen in. De groep met de laagste SES-scores typeert de SFK als ‘achterstandswijken’, de groep met de hoogste score typeert de SFK als ‘welgestelde wijken’.