Vrouwen die deelnemen aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker krijgen minder vaak de diagnose gevorderde borstkanker dan vrouwen die niet of onregelmatig deelnemen aan dit landelijke bevolkingsonderzoek. Dat blijkt uit een grote studie van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL), waarvan de bevindingen zijn gepubliceerd in de International Journal of Cancer.
Van de 72.612 vrouwen die tussen 2006 en 2011 in Nederland de diagnose borstkanker kregen, bleek 61 procent te hebben deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in de 24 maanden voordat de diagnose borstkanker werd gesteld. Bij vrouwen die niet deelnamen aan het bevolkingsonderzoek in de voorgaande periode van 24 maanden, bleek de kans op gevorderde borstkanker bijna drie keer zo groot dan bij vrouwen die wel deelnamen aan het bevolkingsonderzoek.
Ook uit de vergelijking van de grootte van de gevonden tumor kwam naar voren dat bij vrouwen die niet deelnamen aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker het aantal gevallen van gevorderde kanker aanzienlijk hoger was dan bij vrouwen die wel deelnamen aan het bevolkingsonderzoek.
Eerdere ontdekking
De uitkomsten bevestigen volgens het IKNL dat deelname aan het bevolkingsonderzoek bijdraagt aan eerdere ontdekking van de ziekte, waardoor uitgroei naar een gevorderd stadium kan worden voorkomen en kansen op een succesvolle, behandeling aanzienlijk toenemen. Daarnaast is de behandeling minder ingrijpend en kan mogelijk eerder borstbesparend worden geopereerd, aldus het IKNL.
Het IKNL werkte voor het onderzoek samen met academische centra, het Landelijk Evaluatieteam Bevolkingsonderzoek en het Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek. De onderzoekers maakten gebruik van uitslagen van het bevolkingsonderzoek in combinatie met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie, een databank waarin informatie over alle patiënten met kanker in Nederland is opgeslagen.