De IGJ verzamelt nadere informatie over bedrijfsvoering en bedrijfsstructuur van Buurtzorg, naar aanleiding van berichten over het mogelijk wegsluizen van publiek zorggeld van Stichting Buurtzorg naar de privébedrijfjes van oprichter Jos de Blok. Dit heeft minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid op 5 april laten weten in antwoord op Kamervragen.
De vragen waren ingediend door Kamerleden Evert-Jan Slootweg van het CDA en Sophie Hermans van de VVD. Dat was naar aanleiding van onderzoek van RTLZ. Die berichtte begin maart dat Stichting Buurtzorg minstens 1 miljoen euro naar Nederlandse bedrijfjes van Jos de Blok zou hebben gesluisd en leningen verschaft aan buitenlandse bedrijven waarin hij belangen heeft.
Leningen
Het gaat om Buurtzorg Concepts, een vennootschap van De Blok en enkele zakenpartners, Buurtzorg Consultancy en softwarebedrijf Ecare dat gedeeltelijk zijn eigendom is. Daarnaast zou Stichting Buurtzorg leningen hebben verschaft aan privébedrijven van De Blok in Zweden en de VS. Die leningen zijn deels al terugbetaald, blijkt uit de brief van de minister. De zorgactiviteiten van laatstgenoemde bedrijfjes zijn inmiddels overgedragen aan Stichting Buurtzorg.
Belastingdienst
Jos de Blok liet aan RTLZ weten dat hij de gegevens over de geldstromen niet openbaar kan maken vanwege een afspraak met de Belastingdienst. Minister De Jonge schrijft dat de fiscus de afspraken wettelijk niet openbaar mag maken. Het staat De Blok echter wel vrij om dat te doen, staat in de antwoorden op de Kamervragen.
Belangenverstrengeling
De minister stelt dat hij vanuit zijn positie niet kan beoordelen of er met de financiële constructies ook governanceregels zijn overtreden. Hugo de Jonge noemt het in zijn antwoorden ‘vanzelfsprekend dat bij de organisatie van de zorg iedere (schijn) van belangenverstrengeling moet worden vermeden’. De instantie die daarover moet oordelen is de IGJ. De inspectie heeft de minister laten weten dat nadere informatie verzamelt, maar geeft geen toelichting welke informatie en bij wie. De IGJ laat weten dat er geen signalen zijn dat kwaliteit en veiligheid van de door Buurtzorg geleverde zorg niet op orde is.