De Europese Commissie heeft goedkeuring gegeven aan de toepassing van het medicijn infliximab bij kinderen met een chronische darmziekte. Farmacieconcern MSD heeft hiertoe een speciaal op gebruik door kinderen toegespitste studie uitgevoerd.
Bij veel geneesmiddelen wordt de werkzaamheid bij kinderen niet of nauwelijks getest. Volgens deskundigen is dit van groot belang aangezien kinderen vaak anders op medicijnen reageren dan volwassenen. Juist om die reden heeft MSD een internationale registratiestudie uitgevoerd naar de werkzaamheid van infliximab bij kinderen die aan colitis ulcerosa lijden.
Opties
Aan het internationale onderzoek onder leiding van Hankje Escher, MDL-arts in het Erasmus MC deden 23 ziekenhuizen in vier landen mee. Het onderzoek heeft volgens Escher behandelopties geopend die anders voor de betrokken jonge patiënten gesloten zouden zijn gebleven. “Kinderen en jongeren met een ernstige vorm van colitis ulcerosa stranden tot dusver in het behandeltraject als gangbare behandelingen niet werken”, aldus Escher.
Ernstiger
In Nederland zijn er naar schatting 750 kinderen met colitis ulcerosa. Per jaar komen er circa 250 kinderen bij die aan inflammatoire darmziekten lijden (waaronder colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn). In totaal telt Nederland zo´n 30 duizend patiënten met colitis ulcerosa, waarvan ongeveer een kwart voor het eerst last van de ziekte krijgt op jonge leeftijd (in de leeftijdscategorie 6 tot 17 jaar). “Vergeleken bij volwassenen is de ziekte bij kinderen en jongeren vaak uitgebreider, ernstiger, en dus ook moeilijker te behandelen”, aldus Escher.
Boek
Om de jongste patiëntjes een hart onder de riem te steken, heeft MSD publicatie van het kinderboek ‘Obbe heeft een zere buik’ mogelijk gemaakt. Hierin verhaalt schrijfster Ingeborg Kuys, zelf colitis-ulcerosa-patiënt over de avonturen van wrattenzwijn Obbe, die gekweld door buikpijn in het ziekenhuis terecht komt en daar behandeld wordt. Het boek wordt de komende maanden met steun van MSD uitgereikt aan kinderartsen, MDL-artsen en huisartsen, zodat zij het aan de jonge patiënten kunnen geven en uitlenen.