De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) hebben richtsnoeren voor zorggroepen geformuleerd over samenwerkingsafspraken bij ketenzorg. De richtsnoeren geven het kader aan waarbinnen zorgaanbieders samenwerkingsafspraken mogen maken.
Samenwerkingsafspraken
In het algemeen geldt dat samenwerkingsafspraken zijn toegestaan als de kwaliteit van zorg voor de patiënt daar beter van wordt. Afspraken die onnodig de onderlinge concurrentie beperken of leiden tot misbruik van marktmacht zijn verboden.
Multidisciplinaire samenwerking
De NMa en NZa staan samenwerkingsvormen tussen verschillende disciplines (multidisciplinaire samenwerking) om de kwaliteit van zorg te verbeteren toe. Echter, bij ‘verdikking’ van de keten, wanneer de samenwerking ook plaatsvindt tussen zorgaanbieders binnen dezelfde discipline (monodisciplinaire samenwerking), voorzien de NMa en NZa het ontstaan van mogelijk mededingingsbeperkende problemen.
Toespitsing op bestaande regelingen
Bij samenwerking rond zorggroepen zijn de algemeen geldende regelingen van toepassing vanuit de Mededingingswet en de Wet marktordening gezondheidszorg. In de Richtsnoeren Zorggroepen zijn deze regels toegespitst op ketenzorg die georganiseerd wordt door zorggroepen. De NMa ziet toe op de naleving van het kartelverbod, terwijl de NZa optreedt wanneer er sprake is van aanmerkelijke marktmacht.
Kaders
De NMa en NZa benadrukken dat de richtsnoeren niet voorschrijven welke organisatievormen mogelijk zijn en welke niet, maar dat zij alleen het kader aangeven waarbinnen zorggroepen en de bij ketenzorg betrokken aanbieders afspraken kunnen maken. “Zorggroepen en zorgaanbieders houden zelf de vrijheid om te bepalen hoe zij de zorg willen organiseren en binnen de zorgstandaard willen leveren.”
Totstandkoming richtsnoeren
De richtsnoeren zijn tot stand gekomen na een uitgebreide consultatieronde en bijeenkomsten met zorgaanbieders in de eerste en tweede lijn, brancheverenigingen en patiënten- en consumentenorganisaties.