De juist benoemde voorzitter van de NVZD Paul van der Heijden is geen voorstander van nieuwe juridische stappen tegen de Wet Normering Topinkomens (WNT). Volgens Van der Heijden strookt dit niet met het streven naar groter maatschappelijk vertrouwen.
Van der Heijden plaatste zijn opmerking tijdens de algemene ledenvergadering van de vereniging van zorgbestuurders NVZD op 14 juni. NVZD-bestuurslid Eelco Damen wilde tijdens een zaaldebat van de nieuwe voorzitter weten hoe de NVZD het maatschappelijk vertrouwen in het zorgbestuur zou kunnen bespoedigen. “In ieder geval geen kort gedingen voeren over het salaris, terwijl er een wet is vastgesteld”, aldus Van der Heijden. “Dat lijkt me niet de handigste methode om het vertrouwen te herstellen.”
Principieel onjuist
De NVZD voerde eind vorig jaar tevergeefs een kort geding tegen de verplichte wettelijke normering van de bestuurderssalarissen. De NVZD betoogde herhaaldelijk dat een wettelijke maximering principieel onjuist is aangezien bestuurders in de zorg in dienst zijn van private rechtspersonen. De rechter oordeelde echter dat de zorg met publiek geld betaald wordt en dat het derhalve niet onredelijk is om bestuurders onder een collectief wettelijk regime te brengen. Met Van der Heijdens opmerkingen lijkt een hoger beroep definitief van de baan.
Gevoelig
“De reden voor de discussie over bestuurders in de zorg is in de eerste plaats de kwaliteit en de veiligheid in de zorg”, hield Van der Heijden de NVZD-achterban voor. “De incidenten in die sfeer worden nu eenmaal toegerekend aan de hoogste bestuurders. En daaraan wordt onmiddellijk het salaris aan gerelateerd. Je moet in dat opzicht echt gevoelig zijn voor je omgeving en misschien wel iets gevoeliger dan tot nu toe het geval is geweest.”