Patiënten in het VUmc die werden gefilmd voor de realityserie ’24 uur tussen leven en dood’ van RTL, mochten bepaalde beelden niet bekijken. Volgens Nu.nl had het ziekenhuis dat verbod ingesteld zodat er bij een eventuele medische fout geen bewijsmateriaal toegankelijk zou zijn. Dat meldt Nu.nl op basis van onderzoeksstukken van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Het ANP heeft die stukken ook ingezien.
Uit de stukken blijkt dat het VUmc kon meebepalen welke patiënten in de uitzending zouden komen. Die mochten de uitzending vooraf bekijken, maar niet het overige beeldmateriaal. “Bovendien wilde het VUmc die beelden gebruiken voor intern gebruik en onderwijsdoeleinden. Maar in de informatiebrief aan de patiënten stond daar niets over vermeld”, aldus onderzoeksjournalist Brenno de Winter van Nu.nl. Ook in het script dat medewerkers gebruikten om patiënten te benaderen voor deelname, werd het intern en onderwijsgebruik niet genoemd. Pas in de toestemmingsverklaring die de patiënt moest ondertekenen, stond dat vermeld.
Medico-legale zaken
“In een van de stukken staat dat het filmmateriaal niet gebruikt mag worden voor zogeheten medico-legale zaken”, stelt De Winter. Concreet betekent dat een patiënt of medewerker juridisch gezien niets aan de beelden heeft. Dat verbaast De Winter. “Dat is, in combinatie met het gebrek aan inzage, natuurlijk een ‘smoking gun’. Waarom zou een patiënt zijn eigen beelden niet terug mogen zien?”.
Kritiek
RTL besloot op 24 februari de serie na één uitzending te stoppen. De eerste en enige aflevering is op donderdag 23 februari uitgezonden. Het VUmc kreeg veel kritiek nadat was gebleken dat niet alle gefilmde patiënten vooraf om toestemming was gevraagd. Het College Bescherming Persoonsgevens concludeerde in mei dat de opnames in strijd waren met de wet. Een aantal patiënten heeft aangifte gedaan.
Het ziekenhuis wilde zondag tegen het ANP niet reageren op De Winter en zijn berichtgeving. “Het Openbaar Ministerie onderzoekt de opnames momenteel. Zolang dat nog loopt, willen we niet meer op de zaak ingaan”, aldus een woordvoerder. (ANP)