De term innovatie wordt veel te makkelijk in de mond genomen en heeft bovendien bijna altijd een positieve connotatie, zegt voorzitter Pauline Meurs van de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving. Dat is lang niet altijd terecht.
Meurs is de tweede hoofdspreker tijdens het ochtendprogramma van het Health Valley Event 2016 in Nijmegen, een congres over zorginnovatie. In een zaal die net is opgewarmd durft zij meteen kritisch te reflecteren op al het innovatie-enthousiasme. Sterker nog: volgens haar lijdt de term ‘innovatie’ aan ‘ongebreidelde inflatie’. “Innovatie is te veel een label geworden,” zegt ze.
Uit het verhaal van Meurs volgt dat innovatie nogal dwangmatig wordt nagestreefd. Volgens Meurs hebben veel bedrijven en instellingen een innovatiebeleid, met research- and developmentafdelingen of andere afgesloten ruimtes vol slimme jongens en meisjes. Werkt een toepassing of nieuwe werkwijze die zij verzinnen, dan moet die meteen zorgbreed worden ‘opgeschaald en uitgerold’. De terminologie is Meurs een gruwel. “Verbied die woorden!” roept ze.
Liever benadert Meurs innovatie als een organisch proces dat tot stand komt in de interactie tussen betrokkenen. De voorwaarden voor innovatie ontleent ze aan enkele karaktereigenschappen van wijlen Joep Lange. Naar eigen zeggen kende ze de aidsonderzoeker goed, tot hij bij de ramp met MH17 om het leven kwam. “Hij was een wetenschapper, een activist en een pragmaticus”, zegt Meurs. “Dat zijn ook de drie voorwaarden voor innovatie. Zijn de feiten op orde, welke interpretatiekaders zijn gebruikt, welke conclusies getrokken? Is er bereidheid om tegen de stroom in te roeien en grijp je de kansen die op je af komen?”
Er blijkt meer terminologie in het innovatiedebat die Meurs storen. Ondanks het thema van de bijeenkomst, Crossovers, keert Meurs zich bijvoorbeeld tegen de metafoor van de brug. Het idee achter die metafoor is dat verschillende actoren bij elkaar gebracht moeten worden. Maar de focus ligt daarbij volgens Meurs te veel op de brug, vaak een derde die is ingehuurd. Anders dan de brug zou zij graag de oevers centraal stellen. “Innovatie vindt plaats waar disciplines elkaar treffen of op elkaar botsen. Het gaat om interdisciplinariteit. Professionals moeten de grenzen van hun identiteit opzoeken. Liever heb ik het over vlechtwerk, dan over een brug. Het gaat erom dat die oevers bij elkaar komen.”
Succesvolle innovatie vindt niet plaats in het laboratorium, zegt Meurs. Veel innovaties komen gewoon op de werkvloer tot stand, maar worden dan niet als zodanig herkend. Ze roept de aanwezigen op om nieuwsgierig te blijven. “Als u de verleiding dan toch niet kunt weerstaan om innovatiebeleid te formuleren, doe dat dan alsjeblieft door mensen ruimte te geven om de mist in te gaan zonder gevolgen voor geld, baan of functie,” roept ze aanwezige leidinggevenden en bestuurders op.
En de toekomst? Hoe ziet die eruit? Meurs durft het niet te zeggen. Ze omarmt de onzekerheid. “Ik heb geen idee hoe we er over vijf jaar voor staan,” zegt ze. “Dat is maar goed ook. Laten we vieren wat er vandaag gaande is en wat nu al voor de toekomst mogelijk wordt gemaakt. Met minder bruggen en meer vlechtwerk, komt het over vijf jaar zeker goed!”