Bijna tweederde van de budgethouders (61 procent) vindt de administratieve verplichtingen rond het beheer van het persoonsgebonden budget (pgb) in meer of mindere mate belastend. Dit blijkt uit een onderzoek van Per Saldo onder meer dan 900 pgb-houders.
Als belangrijkste oorzaken voor de ervaren belasting noemen mensen in het onderzoek: veranderingen in de zorg (50 procent), trekkingsrecht (45 procent), herindicatie (43 procent), de verantwoording (25 procent), een combinatie van pgb’s (23 procent) en de aanvraag (19 procent). Oorzaken die in mindere mate worden genoemd, zijn bijvoorbeeld het toenemende aantal momenten waarop aan administratieve verplichtingen moet worden voldaan en de complexiteit of onduidelijkheid ervan; en de weigering van met name gemeenten om het pgb te verstrekken.
Bijna eenderde van de budgethouders kampt met onzekerheid over eventuele veranderingen in hun hulp voor het komende half jaar (36 procent Wmo, 30 procent Zvw, 28 procent Wlz en 24 procent Jeugdwet). In de Jeugdwet geeft 22 procent van de budgethouders aan dat het pgb niet of deels helpt om passende zorg te organiseren. In de Wmo is dit 17 procent, in de Zvw 11 procent en in de Wlz 9 procent.
Decentralisatie
Bijna 40 procent van de pgb-houders koopt op dit moment (deels) andere zorg in door decentralisatie van de zorg. Van deze groep zegt 1 op de 3 dat de huidige zorg beter aansluit bij hun situatie. Mar liefst bijna 40 procent van de budgethouders voor wie de zorg is veranderd zegt dat hun situatie erop achteruit is gegaan. Budgethouders van wie de zorg door de decentralisaties slechter aansluit bij hun situatie, ervaren een lagere kwaliteit van leven. Een kwart geeft aan dat hun huidige zorg nu (deels) beter aansluit.
Bijna 10 procent van de budgethouders geeft aan onvoldoende geïnformeerd te zijn om een weloverwogen keuze voor het pgb te kunnen maken. Voor ouders die gebruikmaken van een pgb voor hun kind geldt dit veel vaker (22 procent). Bijna 2 op de 3 budgethouders (63 procent) zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om ondersteuning te krijgen bij het aanvragen of beheren van het pgb. Gemiddeld de helft (46 procent) van de budgethouders die hierover geïnformeerd is, maakt ook gebruik van deze ondersteuning.
Van de budgethouders binnen de Jeugdwet is bijna 60 procent van de ouders niet geïnformeerd over de mogelijkheid om ondersteuning te krijgen bij het aanvragen of beheren van het pgb. 15 Procent van de budgethouders zegt onvoldoende geïnformeerd te zijn over de mogelijkheden van het pgb om de zorg en ondersteuning te regelen die nodig is en bij hen past. Vooral budgethouders die door de veranderingen in de zorg andere zorg zijn gaan inkopen (21 procent) geven aan onvoldoende geïnformeerd te zijn. Dit probleem speelt opnieuw het meeste bij ouders met een pgb voor hun kind vanuit de Jeugdwet (31 procent).
Aan het roer
Ondanks de obstakels waar pgb-houders tegenaan lopen, zegt het merendeel (86 procent) dat het pgb hen helpt om ondersteuning te organiseren zoals zij dit willen. “Het pgb is vooralsnog het enige instrument dat het mogelijk maakt om zelf aan het roer te staan van de zorg en ondersteuning”, stelt Per Saldo. “Hierdoor kunnen budgethouders het leven leiden dat ze willen.”