Provinciale Staten van Flevoland hebben besloten een lening van 1,5 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling van Spirocan: een pijnmedicijn op basis van medicinale cannabis. Het gelijknamige bedrijf Spirocan, een joint venture, wil cannabis in verdampte vorm registreren als modern pijnmedicijn. Ook wil het bedrijf de veiligheid en effectiviteit van het pijnmedicijn op basis van klinische trials aantonen.
Dit meldt de provincie.
Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat mensen met chronische pijn goed reageren op behandeling met medicinale cannabis. Cannabis is een natuurlijk product zonder chemische toevoegingen. Apothekers, universiteiten en ziekenhuizen kunnen bij Bureau voor Medicinale Cannabis (onderdeel ministerie van VWS) terecht voor legale medicinale cannabis. Artsen kunnen deze cannabis via de apotheek aan patiënten verstrekken.
Coffeeshop
Een groot probleem is dat er geen standaarddosering bestaat, waardoor artsen niet weten welke hoeveelheid cannabis het gewenste effect heeft en schrijven het daardoor weinig voor. Patiënten eindigen zelfs in de coffeeshop. Ook de manier van toediening laat te wensen over. Roken van cannabis is ongezond, oplossen in thee werkt onvoldoende. Bestaande verdampers zijn door hun omvang alleen geschikt voor thuisgebruik.
Spirocan beoogt cannabis in verdampte vorm te registreren als modern pijnmedicijn. Het ontwikkel- en registratieproces duurt naar verwachting vijf jaar en vindt plaats volgens Europese normen en richtlijnen. Voor een optimale toediening wordt een handzame verdamper voor pads met standaarddosering ontwikkeld. Spirocan is een initiatief van Zorg Innovaties Nederland BV te Amsterdam, ontwikkelaar van zorg concepten en Bedrocan BV te Veendam, sinds 2003 teler van medicinale cannabis voor de Nederlandse overheid.
Flevolandse gedeputeerde Jan-Nico Appelman: “De ontwikkeling van Spirocan is uniek in de wereld. Ik ben trots en verheugd dat de provincie Flevoland investeerder is. Provinciale Staten tonen zich hiermee innovatief en ondernemend. Spirocan geeft een antwoord op een maatschappelijk vraagstuk én het zorgt voor een economische impuls in Flevoland: vestiging van nieuwe bedrijven en werkgelegenheid. Ook zetten we hiermee Flevoland als innovatieve regio op de kaart.”