Zorgverzekeraars Nederland (ZN) keert zich tegen het voornemen van minister Klink om zorgverzekeraars meer risico te laten lopen bij de uitvoering van de zorgverzekering. Klink verwacht dat zorgverzekeraars hierdoor scherper gaan inkopen. In zijn nieuwjaarstoespraak noemde voorzitter Hans Wiegel het verhogen van de risicodragendheid ‘een schijnoplossing’, die de premiebetaler op kosten jaagt.
Risico-opslag
In het huidige stelsel worden risico’s voor een aanzienlijk via nacalculatie door de zorgverzekeraars onderling verevend. Volgens critici vervalt daarmee een belangrijke prikkel om doelmatig in te kopen. Wiegel ziet evenwel niets in het voornemen om de nacalculatie af te bouwen. “Het afschaffen van de nacalculatie en het introduceren van meer risico zonder een gelijk speelveld, leidt niet tot betere prikkels, maar wel tot mogelijke risico-opslagen op solvabiliteit en premie”, aldus Wiegel in zijn nieuwjaarstoespraak.
Informatievoorziening
In zijn speech maakte Wiegel zich eens te meer sterk voor betere informatievoorziening van de zijde van de zorgaanbieders. “Voor een effectieve werking van de zorginkoopmarkt moeten zorgverzekeraars en consumenten zorgaanbieders kunnen afrekenen op hun prestaties”, aldus Wiegel. “Naast een volwaardig systeem van prestatiebekostiging is daarvoor betrouwbare en tijdige kwaliteitsinformatie essentieel. Wij vinden dat wij op dat punt al te lang wachten. Onze boodschap aan de minister is helder: zorg dat de benodigde informatie dit jaar in het publieke domein beschikbaar komt.” Indien nodig willen de zorgverzekeraars wat Wiegel betreft zelf een bijdrage leveren in de vorm van een basisset van prestatieindicatoren.
Verantwoord
Wiegel had tijdens zijn nieuwjaarsrede ook nog een pluim voor minister Klink. “Tegen de politieke stroom in, gaat hij op een verantwoorde manier door met de invoering van de prestatiebekostiging in de ziekenhuizen”, aldus Wiegel. “Daarvoor krijgt hij onze steun en medewerking.” ZN steunt daarnaast het voornemen om de AWBZ vanaf 2012 door de verzekeraars te laten uitvoeren. Staatssecretaris Bussemaker neemt op 1 april een besluit over de toekomstige uitvoering.