Het huidige jeugd- en gezinsbeleid is te veel gebaseerd op angst voor incidenten. Daardoor wordt vaak te zware en dus dure zorg ingezet, terwijl de eerstelijnshulpverlening ondergesneeuwd raakt. Dat concludeert de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) in het rapport ‘Ontzorgen en Normaliseren’.
De RMO pleit voor een sterke eerstelijnszorg, waarbij alledaagse strubbelingen binnen een gezin niet onnodig worden geëtiketteerd als ernstige zorgproblemen. Zo worden gezinnen niet afhankelijk van professionals en daalt de druk bij de jeugdhulpverlening. Het zorgaanbod is nu namelijk te zwaar en laat vaak te lang op zich wachten, concludeert de RMO.
Eigen omgeving
Volgens het rapport kunnen nog te introduceren ‘eerstelijnsgezinscoaches’ helpen bij het oplossen van problemen binnen gezinnen. Zo wordt de situatie opgelost in en met behulp van een vertrouwde sociale omgeving.
Toekomstbeeld
Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten van Volksgezondheid reageerde enthousiast op het rapport. “Dit sluit heel goed aan bij mijn toekomstbeeld van de jeugdzorg. Wij werken hard aan jeugdhulp waarin volop ruimte is voor hulpverleners om heel praktisch samen met kwetsbare kinderen en gezinnen aan de slag te gaan. Zij worden zo beter en sneller geholpen naar weer zelfstandig op eigen benen staan.” (ANP)