De Tweede Kamer is al met reces, maar de Eerste Kamerleden hakken dinsdag nog een knoop door over de plannen van het kabinet om zorgtaken over te dragen aan de gemeenten. De senatoren moeten daar nog voor ze met vakantie gaan over besluiten, omdat de veranderingen anders niet in 2015 kunnen ingaan.
Het kabinet hervormt de langdurige zorg om een einde te maken aan de stijgende kosten en om mogelijk te maken dat ouderen en gehandicapten langer thuis kunnen blijven wonen. Gemeenten en zorgverzekeraars worden in de nieuwe opzet meer verantwoordelijk voor de hulp die mensen thuis krijgen.
Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) verzachtte eerder de geplande kortingen van ruim 3 miljard euro op de langdurige zorg. Daardoor is er in 2015 voor de gemeenten nu 360 miljoen euro meer beschikbaar dan eerder, onder meer voor dagbesteding om zo mantelzorgers te ontlasten. Ook zijn de plannen zo aangepast dat meer mensen, bijvoorbeeld met beginnende dementie, in aanmerking komen voor een plekje in een verzorgingshuis of een instelling.
Schimmig akkoord
Met die de aanpassingen verzekerde Van Rijn zich van de steun van de bevriende oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP. Die steun is nodig omdat VVD en PvdA geen meerderheid hebben in de Eerste Kamer. Senator Niko Koffeman (Partij voor de Dieren) noemde het daarom een debat “om des keizers baard”. Zijn collega Kees de Lange (OSF) repte van een “schijndebat” na een “schimmig akkoord”. (ANP)