Jeugdhulp moet meer draaien om de persoon die zorg nodig heeft en het netwerk daaromheen. Neem niet het probleem als uitgangspunt voor de geboden zorg, maar bekijk waarmee de jeugdige geholpen is.
Dat schrijft Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd (BGZJ), een samenwerkingsverband van Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra (VOBC), in een handreiking aan het ministerie van VWS en de VNG.
Door het individu en zijn omgeving centraal te stellen krijgen instanties betere mogelijkheden om maatwerk te bieden, zo valt op te maken uit de handreiking van BGZJ. “Met een sterk netwerk kan dezelfde problematiek bij een jeugdige leiden tot een andere ondersteuningsbehoefte dan bij een jeugdige met een zwakker netwerk.”
Regionale aanpak
Ook pleit BGZJ ervoor om jeugdhulp “zo dichtbij mogelijk te bieden”. Voor wijkteams is een centrale rol weggelegd als verwijzer en aanbieder van basisjeugdhulp. Nauwe samenwerking met onder meer huisartsen en onderwijsinstanties zijn volgens de brancheorganisaties een must.
Jeugdzorg is daarnaast gebaat bij “continue ontwikkeling”, aldus BGZJ. Dat kan onder meer bereikt worden door “kennis en ervaring uit te wisselen en te leren van andere regio’s, organisaties en hulpverleners.”
Meerjarig contract
Ook moeten gemeenten en zorgaanbieders structureler gaan samenwerken, bij voorkeur via meerjarige contracten, stelt BGZJ. Op die manier kan “een duurzame ontwikkeling en verbetering van jeugdhulp plaatsvinden”.
Volgens de brancheorganisaties gaat de transformatie van de jeugdhulp te langzaam. Met de handreiking hoopt de branchevereniging een impuls te geven aan de veranderingen binnen het jeugdhulplandschap.