Angststoornissen zijn hardnekkiger dan gedacht. Zelfs terugvalpreventie bij het afbouwen van medicatie kan terugval veelal niet voorkomen. Dat constateert Willemijn Scholten, psychotherapeut en onderzoeker bij GGZ inGeest en de afdeling psychiatrie van VUmc, in haar promotieonderzoek.
In Nederland krijgt één op de vijf mensen ooit een angststoornis. Velen van hen slikken antidepressiva. Vanwege de bijwerkingen kiezen patiënten er vaak voor om deze pillen na herstel af te bouwen. Gezien de kans op terugval is de beslissing om de antidepressiva af te bouwen een dilemma voor de mensen die het betreft en hun artsen. Scholten onderzocht of de terugval verminderd kan worden met behulp van een cognitief-gedragstherapeutisch terugvalpreventieprogramma. Ze vergeleek dit met afbouw van antidepressiva zonder terugvalpreventieprogramma.
Geen effect
Het terugvalpreventieprogramma had geen effect, de terugval was in beide groepen even hoog. Van de 87 deelnemers kreeg bijna twee derde binnen een jaar weer een angststoornis of een depressie. Bovendien lukte het slechts 37 procent van de mensen om de pillen helemaal af te bouwen. De deelnemers waren mensen die gemiddeld een paar jaar antidepressiva slikten, maar ook gemiddeld al een paar jaar klachtenvrij waren. “Angststoornissen zijn hardnekkiger dan we dachten”, zegt Scholten. “De kans op terugval is hoog en het afbouwen van antidepressiva blijkt lastig.”