Sinds 2018 loopt de deelname aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker terug, met een kleine opleving na het eerste coronajaar. In 2021 deed een krappe 55 procent van de vrouwen tussen de 30 en 60 jaar mee aan dit onderzoek, dat helpt bij vroege opsporing van (een voorstadium van) baarmoederhalskanker. Dat is erg laag, vindt Paulusma. Tijdige opsporing helpt volgens haar bij een betere behandeling.
Oorzaak
Mogelijke oorzaak voor de lage deelname aan het bevolkingsonderzoek is dat jonge vrouwen zich niet bezighouden met de mogelijkheid om ziek te worden. Ook kunnen vrouwen het uitstrijkje bij de huisarts pijnlijk vinden, vermoedt Paulusma. Via een zelfafnametest (’thuistest’) hoopt het Kamerlid de drempel te verlagen om te testen. Via die test kan hpv (het humaan papillomavirus), dat baarmoederhalskanker veroorzaakt, worden opgespoord alsook eventuele afwijkingen bij cellen.
D66 wil dat alle vrouwen die in 2023 voor het eerst een uitnodiging voor deelname aan het bevolkingsonderzoek krijgen, standaard een thuistest krijgen thuisgestuurd. Dat gebeurt nu alleen op aanvraag. “We kunnen en moeten baarmoederhalskanker veel meer voor zijn dan we nu doen”, zegt Paulusma. “Dat bespaart niet alleen heel veel ziekteleed, maar ook veel verdriet.”
Gezondheidsraad
De Gezondheidsraad heeft eerder een positief advies uitgebracht over het D66-voorstel dat Paulusma bij de begrotingsbehandeling Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft ingediend.
Jaarlijks krijgen ieder jaar circa 950 vrouwen baarmoederhalskanker. In 2021 kregen 947 vrouwen de diagnose baarmoederhalskanker, heeft D66 in kaart gebracht. In dat jaar stierven 213 vrouwen aan de gevolgen van baarmoederhalskanker. De meeste vrouwen die baarmoederhalskanker krijgen, zijn tussen de 30 en 55 jaar. Vrouwen bij wie in een vroeg stadium baarmoederhalskanker wordt ontdekt, hebben een overlevingskans van 96 procent. (ANP)