In plaats van de hoofdlijnenakkoorden per sector moet er één integraal zorgakkoord komen voor de langere termijn. De uitdagingen waar de zorgsector voor staat vragen om ‘substantiële’ meerjareninvesteringen die verder gaan dan één regeerperiode.
Dit bepleiten Henk Bakker, voorzitter van Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) en René Héman, voorzitter van artsenfederatie KNMG, in een blog op Skipr.
Maandag hebben minister Bruno Bruins (Medische Zorg) en partijen in de medisch-specialistische zorg het hoofdlijnenakkoord 2019-2022 ondertekend, nadat op 26 april al een onderhandelaarsakkoord was bereikt. Daarin staan naast afspraken over de maximale groei van het ziekenhuisbudget, afspraken over een beweging naar zorg op de juiste plek tegen een aanvaardbare prijs, het terugdringen van regeldruk en de aanpak van uitdagingen op de arbeidsmarkt. Ook voor de wijkverpleging ligt er inmiddels een akkoord.
Lange termijn
Het is mooi dat die akkoorden er zijn, vinden Bakker en Héman, maar ze bieden onvoldoende mogelijkheden om de problemen in de sector structureel aan te pakken. “De akkoorden bestrijken slechts een periode van vier jaar, inclusief hieraan gekoppelde financiering. Ze worden per sector gesloten en van investeringen in de overkoepelende langetermijnaanpak wordt nog nauwelijks tot niet gerept.”
We moeten bereid zijn om duurzaam te investeren in plannen die verder gaan dan één regeerperiode, stellen Bakker en Héman. De heren pleiten voor een deelsectoroverstijgend zorgakkoord voor de periode tot en met 2040. Een dergelijke periode is volgens hen onder meer nodig om voldoende artsen en verpleegkundigen op te leiden die vanuit een nieuwe manier van denken over de zorg kunnen werken. Die nieuwe manier van werken draait meer dan voorheen om preventie en de inzet van robots en e-health, aldus Bakker en Héman. Verder gaan zorgverlener en patiënt meer samen beslissen over gezondheids- en behandeldoelen en wordt multidisciplinair samenwerken door toename van het aantal chronisch zieken en multimorbide patiënten regel in plaats van uitzondering.
Meerjareninvesteringen
Bakker en Héman zien veel in de recente aanbevelingen van de taskforce ‘De juiste zorg op de juiste plaats‘. De taskforce pleit onder meer voor meer preventie, het verplaatsen van zorg naar de thuisomgeving en digitale innovatie. “Het komt er nu op aan om deze visie te vertalen in een Zorgagenda 2040. Substantiële meerjareninvesteringen zijn nodig voor innovatie- en frictiekosten, vergelijkbaar met de wijze waarop Nederland investeert in de energietransitie”, aldus Bakker en Héman. “Want als we op dezelfde voet doorgaan, loopt het huidige systeem snel vast.”
V&VN en KNMG roepen de bewindslieden van VWS op “om over de eigen schaduw heen te stappen en voorbereidingen te treffen die bewerkstelligen dat we in de volgende kabinetsperiode geen deel-zorgakkoorden meer sluiten, maar één integraal zorgakkoord, dat de Zorgagenda 2040 faciliteert en de barrières slecht die nu nog de juiste zorg op de juiste plek belemmeren”.