De invoering van de Wet langdurige zorg heeft niet geleid tot een aanmerkelijk kortere verblijfsduur in verpleeghuizen. Dat constateert Zorginstituut Nederland op basis van declaratiegegevens van de AWBZ en Wlz vanaf 2013 tot en met 2016.
De bevindingen van het Zorginstituut staan haaks op geluiden uit de sector. Sinds de invoering van de Wlz op 1 januari 2015 is door de verpleeghuissector meermaals gemeld dat nieuwe cliënten korter verblijven met veel complexere zorg. In de eerste ZorgCijfers Monitor gaat Zorginstituut Nederland op basis van declaratiedata na in hoeverre dit klopt. Deze analyse laat een ander beeld zien. Meer dan de helft heeft een verblijfsduur van 18 maanden of langer. Wel is het totaal aantal cliënten dat instroomt in een verpleeghuis afgenomen en ook hun zorgzwaarte. Hierdoor dalen de kosten per verblijfsdag.
Om meer inzicht te verschaffen in de verblijfsduur van cliënten in verpleeghuizen, heeft het Zorginstituut de verblijfsduur vergeleken van nieuwe cliënten die in de AWBZ en na 1 januari 2015 in de Wlz zijn ingestroomd. Deze analyse maakt deel uit van een groter onderzoek van het Zorginstituut naar het zorggebruik van ouderen.
De totale instroom van nieuwe cliënten in verpleeghuizen, is tussen 2013 en 2017 gedaald, zowel onder de AWBZ als de Wlz. In 2015 was de instroom het laagst. De gemiddelde kosten voor een dag verblijf zijn tussen 2013 en 2016 afgenomen. Gebaseerd op tarieven van 2016, is het gemiddelde maximum tarief voor een dag verblijf zonder behandeling tussen 2013 en 2016 gedaald van 194 euro naar 185 euro. Volgens het Zorginstituut kan dit worden verklaard door een daling van het aantal cliënten dat instroomt met zorgprofielen met hogere maximale tarieven.