In 2015 kondigt VGZ aan een aantal merken af te stoten. In twee jaar tijd raakt de zorgverzekeraar 400 duizend cliënten kwijt. Een bewuste keuze. De labels, waaronder Promovendum ( naar eigen zeggen ‘voor hogeropgeleiden’) werden te duur. In plaats daarvan wil VGZ meer ouderen, chronisch zieken en sociale minima aantrekken. Dat vertelt bestuursvoorzitter Tom Kliphuis in een interview in het FD.
De verzekerden die onder het label IAK bij VGZ zaten zijn inmiddels naar Avero overgegaan. De klanten van Promovendum, National Academic en Besured gaan volgend jaar naar Iptiq. Het dochterbedrijf van de Zwitserse verzekeraar Swiss Re is in 2018 voor het eerst actief in Nederland.
Financiële buffer
Het is ongeveer een tiende van het totale klantenbestand. Kliphuis erkent in het FD dat dit consequenties voor de financiële positie van VGZ zal hebben. Volgend jaar zal er ruim 500 miljoen euro minder premie binnenkomen – alleen al voor de basisverzekering – op een totale omzet van 10,5 miljard euro.
De uitstroom van verzekerden heeft echter een positief effect op de solvabiliteit van VGZ. De verzekeraar is verplicht voor elke verzekerde een buffer aan te houden om financiële tegenvallers op te kunnen vangen. Met minder verzekerden hoeft VGZ minder achter de hand te houden.
Risicovolle groepen
De hogere solvabiliteit heeft VGZ nodig om de komende jaren meer ouderen, chronisch zieken en sociale minima als verzekerden aan te trekken. Risicogroepen, die voorheen verlieslatend waren voor een verzekeraar, maar nu niet meer. Door aanpassing in het zogeheten vereveningsmodel afgelopen zomer, krijgen verzekeraars voortaan een hogere compensatie voor deze kwetsbare cliënten. Wel eist De Nederlandsche Bank een hogere financiële buffer voor deze groep, aldus het FD.