Er komt een vliegende brigade voor werk in de zorg. Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) kondigde maandag de komst van de vliegende brigade aan die regionale kansen in beeld brengt en verantwoordelijke partijen samen om tafel brengt.
Van Rijn reageert daarmee op de aanbevelingen van Hans Borstlap die in 2013 aan de slag ging om als onafhankelijk waarnemer rust te brengen in de verwikkelingen rond thuiszorgorganisatie Sensire en herhaling bij toekomstige aanbestedingen in de zorg te voorkomen. Bij Sensire dreigde ontslag voor 800 werknemers. Vakbond Abvakabo FNV beschuldigde de organisatie ervan met betrokken gemeenten in de Achterhoek afspraken te hebben gemaakt om het personeel daarna in een goedkopere constructie te laten terugkeren als alfahulp en via het eigen bureau Alfasens. Uiteindelijk werd een oplossing gevonden en zijn de zorgmedewerkers van Sensire ook komend jaar zeker van werk.
Van Rijn gaat aan de slag met de zeven aanbevelingen die Borstlap doet in het rapport ‘Lessen uit de Achterhoek’. “Dit rapport maakt duidelijk dat we kunnen leren van de situatie in de Achterhoek en hoe we dat kunnen doen.” In zijn eerste aanbeveling geeft Borstlap aan dat het van belang is dat gemeenten (VNG) en het ministerie van VWS afspraken maken over het leveren van periodieke informatie over de uitvoering van de Wmo 2015 in 2015 maar ook in de jaren daarna. In zijn tweede aanbeveling benoemt hij het belang van het samenbrengen van expertise op het terrein van inkoop.
De derde aanbeveling is gericht aan werkgevers- en werknemersorganisaties, gemeenten, aanbieders en zorgverzekeraars. Borstlap gebruikt de metafoor van “geketende verantwoordelijkheden” om de invloed die deze partijen op elkaar hebben tijdens de transitie te beschrijven. Borstlap adviseert dat de betrokken partijen een Code Verantwoord Marktgedrag opstellen zodat alle partijen weten waar zij zich aan hebben te houden ten opzichte van de andere partijen in de Wmo-keten.
De vierde aanbeveling gaat over gemeenten en hun verantwoordelijkheid om te zorgen voor continuïteit in maatschappelijke ondersteuning. Meerjarige contracten zijn voor aanbeiders van belang voor de inrichting van hun bedrijfsvoering. Ook gemeenten en cliënten hebben belang bij continuïteit. Borstlap adviseert gemeenten te overwegen “de herindicatie van bestaande gevallen vanaf 2015 enigszins te faseren, bijvoorbeeld over 2 of 3 jaar”. Dit kan ontslagen als gevolg van de bezuinigingen enigszins opvangen, verwacht Borstlap.
De vijfde aanbeveling gaat over voorlichting op nationaal niveau aan burgers over “over de omslag in denken en doen over de maatschappelijke ondersteuning (van recht naar voorziening)”. Dit vergroot het “maatschappelijk draagvlak voor deze cultuuromslag in alle gemeenten”, aldus Borstlap. “Een effectieve voorlichting op nationaal niveau” “over de omslag in denken en doen over de maatschappelijke ondersteuning (van recht naar voorziening) kan bijdragen aan maatschappelijk draagvlak voor deze cultuuromslag in alle gemeenten.
In de zesde aanbeveling verwijst Borstlap naar de bevindingen van de commissie Kalsbeek. Dit rapport is in de afrondende fase en wordt naar verwachting in het voorjaar naar de Kamer gestuurd. De zevende aanbeveling is gericht aan werkgevers- en werknemersorganisaties in de sector. Borstlap wijst op een noodzakelijke bundeling van krachten van sociale partners. Zij zouden samen de cao’s kunnen herzien. “Inzet van dit overleg zou de cao 2015 kunnen zijn in het perspectief van het ontwikkelen van een ordelijke particuliere markt voor persoonlijke ondersteuning”
Van Rijn gaat aan de slag met de aanbevelingen van Borstlap. “Dit rapport maakt duidelijk dat we kunnen leren van de situatie in de Achterhoek en hoe we dat kunnen doen.” (ANP / Skipr)
—
Meer weten over human resource management (hrm) en management development in de zorg? Kijk ook eens op Skipr hrm en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op dit gebied.