De inspectie deed steekproeven bij 38 zorgaanbieders en bekeek de VOG’s van 189 medewerkers. Bij bijna 9 procent ontbrak een VOG helemaal. Vaker was de VOG bij het in dienst treden te oud of juist te laat aangevraagd. Een medewerker begon dan alvast met werken voordat de VOG binnen was. Ook controleren werkgevers niet of niet goed of een VOG echt is.
Gebrek aan kennis en routine
Volgens de IGJ zijn zorgaanbieders wel gemotiveerd om het goed te doen, mede door berichten over fraude met VOG’s en diploma’s. “Ze voelen hun verantwoordelijkheid voor kwetsbare cliënten. Toch lukt het ze vaak niet goed genoeg”, aldus de inspectie. “Ze hebben gebrek aan kennis en routine over wat ze moeten doen, of ze voeren hun eigen werkafspraken niet goed uit.”
Justitieel verleden
Vaste medewerkers maar ook zzp’ers en uitzendkrachten die in de zorg werken en direct contact hebben met cliënten en patiënten, moeten een actuele VOG hebben. Dit betekent dat er geen justitieel verleden is dat bezwaar oplevert om in de zorg te werken. Werkgevers moeten de echtheid hiervan en de identiteit van de medewerker controleren. Werkgevers laten deze controles soms over aan een uitzend- of bemiddelingsbureau, wat volgens de IGJ grote risico’s oplevert. “Terwijl de werkgevers zelf verantwoordelijk blijven.” (ANP)