De nieuwe inspecteur-generaal van de gezondheidszorg moet beschikken over een ruimte mate van ‘zelfinzicht’. Volgens VWS is dit een essentiële voorwaarde om te kunnen ‘verbinden, inspireren en richting geven’.
Een en ander komt naar voren uit de vacature die de VWS publiek heeft gemaakt. De nieuwe inspecteur-generaal wordt de opvolger van Gerrit van der Wal, die op 1 juli met pensioen gaat. Van het nieuwe hoofd van de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt verwacht dat hij of zij leiderschap toont in “een organisatie onder grote maatschappelijke druk met tegenstrijdige verwachtingen”. De nieuwe inspecteur-generaal moet zich daarnaast rekenschap geven het groeiend aantal toezichtactiviteiten en de interne cultuurverandering binnen de organisatie.
Dossieronderzoek
Voor wat betreft deze cultuurverandering krijgt de nieuwe inspecteur-generaal te maken met twee separate onderzoeken naar het functioneren van de IGZ. Om te beginnen gaat oud-minister Winnie Sorgdrager onderzoek doen naar de afhandeling van ten minste 25 complexe zaken. De inspectie heeft in deze zaken het verwijt gekregen te traag en laks te hebben opgetreden.
Representatief
Tot deze complexe zaken behoren ondermeer de dossiers van psychotherapeut Van Steijn en orthopeed De Bruin. Ook wordt het optreden van de inspectie inzake de problemen met borstimplantaten meegenomen. De overige dossiers zijn geselecteerd uit een aselecte steekproef over de periode 2008 en 2011. Daarmee kunnen de onderzoekers zich volgens demissionair minister Schippers van Volksgezondheid een representatief beeld vormen van het functioneren van de IGZ in de afgelopen tijd.
Ombudsman
Daarnaast wordt de inspectie op organisatorische aspecten doorgelicht door een onderzoeksteam onder leiding van Koos van der Steenhoven, directeur van het aan de algemene bestuursdienst gelieerde ABD Topconsult. Van der Steenhoven heeft de opdracht om de recente, zeer kritische signalering van de Nationale Ombudsman in zijn onderzoek mee te nemen.
Begeleidingscommissie
Beide onderzoeken worden begeleid door een commissie bestaande uit hoogleraar Johan Legemaate, oud-KNMG-voorzitter Peter Holland, hoogleraar Jozien Bensing, directeur Margo Weerts van patiëntenorganisatie Hart en Vaat groep,directeur Anemone Bogels van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten en Jan de Jong (Inspecteur-Generaal der Mijnen).