Ziekenhuizen en specialisten hebben onderling nog nauwelijks prijs- en productieafspraken voor het komend jaar gemaakt. Dat blijkt uit de monitor ‘Integrale bekostiging medisch specialistische zorg’ van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), naar aanleiding van de invoering van de integrale bekostiging per 1 januari 2015.
Voor 2015 zijn de contractafspraken tussen ziekenhuizen en verzekeraars zo goed als afgerond, maar die zijn dus gemaakt zonder dat ziekenhuizen en specialisten onderling prijs- en productieafspraken hebben gemaakt. Dit kan gelet op het budgetplafond ernstige financiële gevolgen hebben voor de ziekenhuizen, waarschuwt de NZa. Als ze geen afspraken maken met de medisch specialisten over de verrekening van eventuele overschrijvingen draait het ziekenhuis hier volledig voor op.
In de monitor geeft de NZa een voorbeeld van hoe het integrale macrobeheersinstrument (MBI) in de praktijk kan werken. Een ziekenhuis met een jaaromzet van 100 miljoen euro per jaar schuift in dit voorbeeld 10 miljoen euro door naar de specialisten. Echter het ziekenhuis had afgesproken om maximaal 95 miljoen euro per jaar uit te geven. De NZa kan, als de minister besluit om het MBI in te zetten, kan dit ziekenhuis verplichten om de overschrijding van 5 miljoen euro terug te storten in het zorgverzekeringsfonds. In dat geval is het logisch als de specialisten ook daar 10 procent van voor hun rekening nemen (500.000 euro dus in dit voorbeeld), want zij hebben ook 10 procent meer kosten gemaakt. Zonder afspraken vooraf gaat deze vlieger niet op. De NZa signaleert echter dat afspraken over de vergoedingen voor vrijgevestigd medisch specialisten in veel ziekenhuizen nog ontbreken.
Concurrent
De invoering van integrale bekostiging gaat gepaard met nieuwe organisatiestructuren in ziekenhuizen. In de monitor beschrijft de NZa die verschillende modellen en bijbehorende aandachtspunten. Een van die modellen is medisch specialisten in een coöperatie: het Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB). Zorgverzekeraars vrezen dat de nieuwe MSB’s ook een toelating aanvragen als instelling. Dan zouden de specialisten zelf zorgproducten kunnen gaan declareren aan de verzekeraars en worden ze concurrent van het ziekenhuis waar ze een MSB in waren. Die situatie zou het moeilijker maken voor verzekeraars om collectieve afspraken te maken.
Vooralsnog zijn er volgens de NZa nog nauwelijks aanvragen tot toelating bij het CBIG binnen gekomen. De NZa constateert wel dat er de afgelopen tijd veel bestuurlijke aandacht naar de nieuwe verhouding tussen ziekenhuis en vrijgevestigde medisch specialisten is gegaan. De NZa laat weten er op toe te zien dat ook de medisch specialisten in dienstverband en de andere beroepsgroepen in het ziekenhuis voldoende stem hebben in zaken die hen aangaan.
Inkomensbeperking
Een ‘aandachtpunt’ bij het model medisch specialisten in loondienst is de Wet Normering Topinkomens (WNT). Deze is nog niet van toepassing op medisch specialisten, maar sommige instellingen noemen de dreigende inkomensbeperkingen die voortvloeien uit die wet toch als belemmering voor een eventuele overstap van medisch specialisten naar loondienst.
Per 2015 worden kosten van ziekenhuisbehandelingen via een integraal tarief vergoed. Dat wil zeggen: het ziekenhuis declareert alle behandelkosten en beslist vervolgens zelf hoe zij die inkomsten aanwendt. Honoraria van vrijgevestigde specialisten worden dus niet meer apart gedeclareerd. Achterliggende gedachte is het zorgstelsel beter, dat wil zeggen doelmatiger en van hogere kwaliteit, te laten functioneren.
De NZa-monitor is een kwalitatieve beschrijving van analyses en interviews met ziekenhuisbesturen, medische staven, zorgverzekeraars, banken, overheidsorganen en andere deskundigen uit de sector.