De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en het Openbaar Ministerie (OM) hebben het protocol voor hun samenwerking aangescherpt. Dit hebben ze gedaan naar aanleiding van de conclusies over de onderlinge samenwerking in het rapport van de evaluatiecommissie Tuitjenhorn dat in maart verscheen. Dit schrijft Medisch Contact.
In het rapport werd geoordeeld dat meer maatwerk in de onderlinge samenwerking wenselijk is. IGZ en OM moeten sneller en beter met elkaar communiceren en elkaar snel op de hoogte houden van lopend onderzoek. Bovendien moeten ze de effectiviteit en proportionaliteit van elkaars handelingen met elkaar afstemmen en zijn er afspraken gemaakt over het onderling verstrekken van medische gegevens.
Het vernieuwde protocol gaat volgens Medisch Contact onder meer over de samenwerking tussen het OM en de IGZ bij medische strafzaken, bijvoorbeeld over de uitwisseling van gegevens die onder het medisch beroepsgeheim vallen. Ook gaat het over meldingen van het OM aan de IGZ als de gemeentelijke lijkschouwer twijfelt aan een natuurlijke doodsoorzaak, waarbij mogelijk sprake is van suboptimale zorg. Verder wordt de gang van zaken bij euthanasie op verzoek of hulp bij zelfdoding beschreven.
IGZ en OM hebben bovendien nieuwe afspraken vastgelegd over hoe ze omgaan met gevallen van seksueel grensoverschrijdend gedrag van zorgverleners. Zo staat er bijvoorbeeld in het protocol dat een medewerker van de IGZ ambtshalve aangifte kan doen van een zedendelict door een zorgverlener, als de instelling of het slachtoffer dit niet heeft gedaan. Ook zijn er afspraken gemaakt voor gevallen van veroordeling van zorgverleners voor ernstige zeden- of levensdelicten die begaan zijn in de privésfeer.