Het UMC Utrecht verweert zich tegen de beschuldiging dat chirurg Kees Tulleken een vondst van een Belgische collega-arts gekopieerd zou hebben. Volgens een woordvoerster betreft het een chirurgische toepassing die de Belg heeft gedaan toen hij in dienst was van het UMC Utrecht. Daarmee ligt het intellectueel eigendom volgens het UMC Utrecht primair bij het ziekenhuis.
Beschuldiging
De Belgische arts Erwin de Winter beschuldigde Tulleken er deze week in de Belgische krant Het Laatste Nieuws van zijn vondst “schaamteloos gestolen” te hebben. Het betreft een schroefdraadje waarmee bloedvaten aan elkaar gehecht kunnen worden.
Schroefdraadje
Volgens een woordvoerster van het UMC Utrecht is er van plagiaat of diefstal geen sprake. De Winter ontwikkelde het schroefdraadje gedurende een dienstverband bij het UMC Utrecht. Op grond van de cao zijn medewerkers verplicht om elke mogelijk octrooieerbare uitvinding aan de werkgever te melden. Bovendien heeft De Winter het product alleen kunnen ontwikkelen in nauwe samenwerking met zijn Nederlandse collega’s. Daarbij zou De Winter hebben voortgeborduurd op een eerdere uitvinding van Tulleken en de zijnen. Toen het ziekenhuis in 2002 namens de vakgroep patent wilde aanvragen weigerde De Winter hiervoor te tekenen. Na uitdiensttreding besloot De Winter zelf patent aan te vragen.
Juridische strijd
Dit patent is de afgelopen jaren inzet geweest van een juridische strijd. Het UMC utrecht wijst er op dat de zaak door de Nederlandse rechter geseponeerd is. Ook hebben verschillende Belgische rechters de zaak niet ontvankelijk verklaard. De laatste stand van zaken is dat het Belgische gerechtshof nader onderzoek wil toestaan, maar gezien het bezwaar hiertegen van de procureur is het volgens het UMC Utrecht zeer de vraag of dit tot een rechtszaak leidt. “Tot nu toe heeft geen rechter de zaak inhoudelijk willen behandelen”, aldus de woordvoerster.
‘Trieste zaak’
Het UMC Utrecht stelt daarnaast door De Winter benaderd te zijn geweest met het verzoek om het octrooi te kunnen kopen. Het UMC Utrecht beschouwt dit verzoek als een impliciete erkenning van het eigendomsrecht. Hoewel het UMC Utrecht zich nog steeds ziet als eigenaar van het octrooi, staat het ziekenhuis naar eigen zeggen open voor bespreking. Het UMC Utrecht betreurt het onnodige juridische steekspel, aangezien De Winter zich destijds ontpopte als “een vaardig arts en gewaardeerd collega”. “Het trieste van de zaak is dat de uitvinding de patiënt uiteindelijk niets heeft opgeleverd”, aldus de woordvoerster.