© Brian Jackson / fotolia.com
Vanaf 1 januari 2018 dragen zorginstellingen volledig het risico van hun vastgoed. De tijdelijke subsidieregeling zorginfrastructuur eindigt dan. Staatssecretaris Van Rijn werkt momenteel aan een nieuwe, ‘landelijke regeling met regionale betrokkenheid’. Dat schrijft hij in een reactie op Kamervragen.
“In de nieuwe regeling zal efficiency en samenwerking voorop staan”, schrijft Van Rijn. “De komende maanden gebruik ik om de regeling uit te werken in samenwerking met een aantal partijen zoals gemeenten, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en zorgkantoren. Na deze eerste slag volgt een nadere uitwerking waarbij ook de branches en lokale initiatieven die nu gebruik maken van de regeling zorginfrastructuur betrokken zullen worden.”
Van Rijn verwacht in de eerste helft van 2017 helderheid te kunnen geven over de nieuwe regeling en de wijze van uitvoering.
Leegstand
De staatssecretaris verwacht overigens niet dat zorginstellingen financieel in de problemen komen door de leegstand van hun vastgoed. Dit schrijft hij eveneens in zijn reactie op de Kamervragen van het CDA en de ChristenUnie. Die vragen kwamen naar aanleiding van berichtgeving in het Financieel Dagblad over problemen door leegstand bij zorginstellingen.
De staatssecretaris verwijst in zijn antwoord naar de monitor ‘Effecten langer thuis wonen’ van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De zorgautoriteit deed onderzoek naar de gevolg van de hervormingen in de langdurige zorg en concludeert dat er geen risico’s waren voor de continuïteit van zorgverlening in de ouderenzorg.
De NZa signaleert wel dat het rendabel houden van vrijkomend zorgvastgoed een uitdaging kan zijn voor zorgaanbieders van cliënten met een lichte zorgvraag. Van Rijn verwacht echter dat deze zorgaanbieders “op een goede manier inspelen op de vraag van hun cliënten”. “De sector in zijn geheel staat er financieel goed voor”, aldus de staatssecretaris.
Zorgzwaarte
Van Rijn verwacht wel een verschuiving in het soort cliënten dat intramuraal zal worden verzorgd. Het aantal cliënten met een laag zorgzwaarte pakket zal in de komende jaren verder afnemen, terwijl het aantal plekken dat wordt bezet door mensen met een hoge zorgzwaarte zal juist toenemen in tempo van de demografie.