De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseert minister Klink om al in 2011 een begin te maken met de afschaffing van het budgetsysteem. Met uitzondering van de acute zorg moet dit in 2014 leiden tot volledige prestatiebekostiging.
Eindplaatje
Momenteel is circa dertig procent van het medisch behandelaanbod vrij onderhandelbaar. Minister Klink gaf eerder dit jaar te kennen dit B-segment naar vijftig procent te willen uitbreiden. Met het huidige advies gaat de NZa nog een stap verder. In het door de NZa geschetste eindplaatje geldt voor naar schatting zeventig procent van het aanbod vrije prijzen.
Kwaliteit
Volledige prestatiebekostiging is volgens de NZa in het belang van de consument. Alleen bij volledig vrije prijzen zijn verzekeraars in staat om de beste zorg tegen de laagste prijs in te kopen. Bovendien kunnen zorgaanbieders bij vrije prijzen hun bedrijfsvoering en productie makkelijker afstemmen op de vraag. Dit komt volgens de NZa de prijs, kwaliteit en innovatie ten goede.
Onzekerheden
De overstap naar vrije prijzen kent de nodige onzekerheden. Met name de financiële gevolgen voor zowel aanbieders als verzekeraars zijn onvoorspelbaar. Als voorbeeld van wat er mis kan gaan, noemt de NZa de recente overschrijding bij de betaling van de medisch specialisten. Om zulke risico’s af te vangen, pleit de NZa voor een overgangsmodel.
‘Onuitvoerbaar’
Dit model gaat uit van garantiepercentages, maar prikkelt aanbieders tegelijkertijd om werk te maken van prestatiebekostiging. Hoe meer omzet een aanbieder realiseert onder prestatiebekostiging, des te meer omzet de zorgaanbieder mag houden.
De NZa wil af van de zogeheten schoningsprijzen. Als reden noemt de NZa de beperkte representativiteit van de huidige budgetten, het ontbreken van een goede schoningsmethodiek en de buitenproportionele uitvoeringslasten. “Tegen deze achtergrond is het onuitvoerbaar en onverantwoord om voor de vierde keer te schonen”, aldus de NZa.
Tijdelijke inperking
Het transitiemodel werkt volgens de NZa alleen als het wordt toegepast op de totale omzet van ziekenhuizen, dus zowel het huidige B-segment als het A-segment dat gereguleerde prijzen kent. Dit kan voor de medische behandelingen in het B-segment een tijdelijke inperking van de onderhandelingsvrijheid betekenen. Die inperking zal gedurende de transitiefase steeds verder worden opgeheven. Daar staat tegenover dat het deel van de ziekenhuiszorg waar vrije prijzen gelden onder dit model al in 2011 kan worden uitgebreid naar vijftig procent.
Inkooprol
Voor het welslagen van de operatie is het volgens de NZa van groot belang dat de zorgverzekeraars hun inkooprol waarmaken. Wanneer zorgverzekeraars niet scherp inkopen, blijven de baten van prestatiebekostiging uit. Met het oog hierop moet volgens de NZa de onderlinge risicoverevening tussen verzekeraars worden afgebouwd
DOT
Een andere randvoorwaarde is de aanpassing van de productstructuur. In het kader van het project ‘DBC’s op weg naar transparantie (DOT)’ worden de huidige 30 duizend DBC’s teruggebracht naar drieduizend DBC’s. De registratie en declaratie van zorgproducten moeten hiermee beter voorspelbaar worden, maar het systeem moet wel stabiel.