Ziekenhuizen moeten de omslag maken naar preventief onderhoud. Alleen op deze manier kan de kans op calamiteiten verkleind worden. Dat betoogt voormalig bestuursvoorzitter Arie van Alphen van Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) in het boek ‘Op leven en dood’, dat mede wordt uitgegeven door Zorgmarkt.
Van Alphen was als bestuurder in 2006 betrokken bij een brandincident waarbij een 69-jarige patiënte op de operatiekamer kwam te overlijden. In ‘Op leven en dood’ vertelt Van Alphen, tegenwoordig bestuursvoorzitter van het VieCuri ziekenhuis in Venlo, over zijn ervaringen. “Als ik kijk naar de belangrijkste les van deze calamiteit, dan geloof ik niet dat we in Nederland zover zijn dat we die kunnen of willen trekken”, aldus Van Alphen. “Wij borgen kwaliteit met accreditatie en certificatie en verder met benchmarking en allerlei retrospectieve gegevens, maar dat werkt onvoldoende.”
Investeringsbudget
Volgens Van Alphen moet de nadruk bij de aanpak van calamiteiten veel meer komen te liggen op preventie. “We moeten toe naar het maken van prospectieve risicoanalyses op alle facetten van het zorgproces en de medische apparatuur”, vindt Van Alphen. “Dan vervang je apparatuur eerder. Dat waren we in het Nederland voor 2006 niet gewend. We moeten de omslag maken naar preventief onderhoud. Dat kost echter macro wel eenmalig 800 miljoen euro en jaarlijks moeten de investeringsbudgetten omhoog met 20 procent. En hoe zou je dat kunnen betalen?”
Geen commitment
Van Alphen wijdt kritische woorden aan de NVZ vereniging van ziekenhuizen. “Natuurlijk kom je collega’s tegen die je een hart onder de riem steken”, zegt van Alphen. “Maar van een gezamenlijk commitment was geen sprake. Nee, eerder het tegendeel. Bij de collega’s van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen had ik eerder het gevoel dat ze je allemaal aankijken en denken: ‘wat heb jij het toch slecht onder controle’.”