Dat meldt Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) op 3 september. Omdat patiënten huisartspraktijken en ziekenhuizen meden, bleef het aantal verstrekkingen van nieuwe medicatie in de derde week van maart al direct 17 procent achter. Het aantal eerste uitgiften daalde in april tot een dieptepunt, met ongeveer een derde minder dan in 2019. Specialistenrecepten leidden zelfs tot de helft minder eerste uitgiften, terwijl dat bij huisartsenreceptuur een kwart minder was. De achterstand neemt vanaf mei weer af.
Het achterblijven leidt tot onevenredige inkomstenderving, zo berekent het SFK. Eerste uitgiften, vooral op recept van specialisten, genereren twee derde van de tariefinkomsten bij de helft van het aantal verstrekkingen. Om het verlies aan tariefinkomsten van zorgverleners als gevolg van de COVID-19-crisis deels te compenseren, heeft Zorgverzekeraars Nederland de regeling Continuïteitsbijdrage in het leven geroepen. Daar kunnen ook apothekers gebruik van maken.
Het aantal vervolguitgiften in de eerste periode van dit jaar blijkt ongeveer gelijk te zijn aan dat in 2019. Eerst was er een piek, of een ‘hamstereffect’ in de woorden van SFK. Na de afkondiging van de lockdown verstrekten openbare apotheken meer geneesmiddelen die patiënten al langer gebruikten. Dit effect bleek van korte duur en is nu bijna helemaal gecompenseerd. Uit cijfers van de SFK blijkt dat het aantal vervolguitgiften in de maanden maart tot en met juli ongeveer gelijk is aan dat in dezelfde periode in 2019.
wulf@mede-menszijn.nl
Wat vinden we belangrijk, het verlies van tariefinkomsten voor de apothekers of de gezondheid(schade) voor de patiënt. Misschien is dit ook een goed moment om eens te kijken naar de eventuele overmedicinalisering in de tijd er voor. Het zou kunnen dat mensen gemerkt hebben dat sommige klachten ook gewoon weer vanzelf overgaan (zonder pillen en bijwerkingen).