Beeld: Tanya / stock.adobe.com
Door veranderingen in de zorg en in de samenleving komen er steeds meer aanvragen om beroepen te reguleren in de Wet BIG. Die toename heeft knelpunten blootgelegd in deze toepassing van de Wet BIG. Zo is niet altijd duidelijk op welke gronden een besluit is genomen over het wel of niet opnemen van een beroep of over het toekennen van bevoegdheden voor het uitvoeren van voorbehouden handelingen.
De minister van VWS heeft de Gezondheidsraad gevraagd om te adviseren over een toekomstbestendig toetsingskader en over een heldere en toegankelijke adviesprocedure. Een commissie van de raad heeft zich gebogen over twee regelingen: de beroepenregulering en de regeling voorbehouden handelingen.
Toelating nieuwe beroepen
Gegeven de functie en de doelstellingen van de Wet BIG is het volgens de commissie niet nodig om nieuwe criteria op te stellen voor de toelating van nieuwe beroepen. Het is het vooral van belang om te verduidelijken wat de gedachte achter de bestaande criteria is en hoe ze gebruikt kunnen worden voor de afweging of een beroep wel of niet een beschermde titel behoeft. Ook is het volgens de commissie van belang om de criteria anders te ordenen.
De commissie komt tot een toetsingskader waarin twee stadia te onderscheiden zijn. Eerst moet aan de hand van een aantal criteria bepaald worden of het beroep onder de reikwijdte van de beroepenregulering valt. Vervolgens moet afgewogen worden in hoeverre regulering via de Wet BIG wenselijk is. De afweging gebeurt aan de hand van de ethisch-juridische principes van noodzakelijkheid, subsidiariteit, effectiviteit en proportionaliteit.
De ethisch-juridische principes, die de commissie voorstelt als criteria voor het tweede stadium zijn bedoeld als richtinggevend: langs welke lijnen moet de minister een besluit motiveren? Voor de afweging of een beroep opgenomen moet worden in de wet, zullen de criteria nader ingevuld moeten worden.
De commissie verwacht dat met richtinggevende criteria beter geanticipeerd kan worden op toekomstige ontwikkelingen dan met een rigide kader.
Voorbehouden handelingen
Ook het toetsingskader voorbehouden handelingen is gebaseerd op bestaande criteria. Ook hier verwacht de commissie dat een duidelijke toelichting op de functie van de regeling en de criteria kan zorgen voor meer transparantie en consistentie in de onderbouwing van besluiten. Net als bij beroepen is de afbakening van handelingen van belang. “Alleen wanneer er sprake is van onverantwoorde risico’s bestaat er een noodzaak om handelingen te reguleren via de regeling voorbehouden handelingen”, aldus de commissie.
Toetsingscommissie
De commissie adviseert om een onafhankelijke toetsingsinstantie in te stellen die de minister adviseert over alle besluiten rond de regulering van beroepen en voorbehouden handelingen. Deze instantie zou geen beslissingsbevoegdheid moeten hebben. Het is dan aan de minister om te besluiten of een beroep wordt opgenomen, en of een handeling wordt opgenomen in de lijst van voorbehouden handelingen.


Een adviesorgaan adviseert tot een adviescommissie die vervolgens de Minister adviseert. De Minister zal zich ook laten adviseren door een ambtenaar van VWS. Weer een extra lus nodig om te weten: Of er in deze gevaar voor individuele gezondheid door a. ondeskundig voorbehouden handelingen uitoefenen bestaat en/of b. Onvoldoende deskundigheid inzake individuele zorg voor de gezondheid bestaat.
Naar mijn mening kan één ambtenaar dat ook.
Daarnaast mis ik in dit advies het voorkomen van gevaar voor eigen gezondheid door verplicht onderwijs in alle schooltype‘s inzake gezonde leefstijl , EHBO en kennis van BIG beroepen.
Een voorbeeld:
Tijdens het „herontdekken“ van de goede invloed van gezonde leefstijl werden nieuwe kortdurende nieuwe cursussen gegeven en voorlichting bekostigd, terwijl al zeer lang bijvoorbeeld voor verpleegkundigen in hun beroepsopleidingen vakjen als: „Gezondheidsvoorlichting en Opvoeding (GVO)“ of „Geestelijke Gezondheidsvoorlichting en Opvoeding (GGVO) „ is opgenomen.
Het is mij onbekend wat hiervan ook in lessen op de PABO is opgenomen. En wat op eindexamenniveau verwacht mag worden.
Immers goede en preventieve voorlichting aan burgers is van primair belang! Ook inzake „wat kan ik zelf en mag ik van BIG beroepsbeoefenaren verwachten.
We vinden steeds het wiel opnieuw uit omdat beslissers en adviseurs de inhoud niet kennen. De kwestie meer complex maken lukt dan wel.