Volgens beleidsadviseur participatie en destigmatisering bij MIND, Hilde Koelmans, is het in de eerste plaats noodzakelijk dat er wordt onderkend dat mentaal welzijn een groot goed is waarin geïnvesteerd moet worden. “Hierbij hoort vroegtijdig ingrijpen wanneer het psychisch minder goed gaat. Wat er dan gedaan moet worden, is voor iedere persoon verschillend.”
Signalen gemist
Als tijdig ingrijpen niet lukt, verergert de problematiek, stelt Koelmans en dat kan leiden tot risico’s voor de maatschappij. Voorbeelden zijn overlastgevend gedrag, verward gedrag of zelfs crimineel gedrag. “Maar voordat iemand hiertoe komt, is er vaak een heleboel gebeurd en zijn er ook heel wat signalen gemist.”
Verantwoordelijkheid nemen
MIND roept iedereen op zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen voor mentaal welzijn. “Hierbij hoort luisteren, het uitreiken van de helpende hand, outreachend werken en begrip hebben voor elkaar. Voor de medemens en zeker ook als instantie en institutie naar elkaar. Stop met vingerwijzen en investeer in mentaal welzijn.”

Ik denk dat veel problemen kunnen worden voorkómen door voorlichting voor de familieleden. Liefst in de triade cliënt – behandelaars – familieleden. Maar als de cliënt dat niet wil, dan maar onafhankelijk van de behandelaars. Met een stricte waterscheiding.
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat, bijvoorbeeld, de kans op terugval na een eerste psychose maar liefst met 2/3 vermindert als de famileleden wat psycho-educatie krijgen.