In januari 2024 wachten bijna 22.000 mensen op een plek in het verpleeghuis, een jaar later, in januari 2025 zijn dat er nog iets meer dan 18.000. Dat blijkt uit de monitor ‘Toegankelijkheid van zorg’ van de Nederlandse Zorgautoriteit. Voor 2024 steeg het aantal wachtenden voor het verpleeghuis, een kleine dip daargelaten, altijd gestaag.
Nieuw inkoopbeleid
Sinds 2024 hanteren zorgkantoren in de zorginkoop voor mensen met een zorgprofiel VV4 -beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging- het beleid ‘thuis, tenzij’. Hoe minder mensen in aanmerking komen voor een plek in het verpleeghuis, hoe korter de wachtlijst.
Stijging hoge indicaties
Aan de andere kant blijkt uit recente cijfers van de Resultaatmonitor van het overheidsprogramma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) dat het aantal mensen met hogere Wlz-indicaties is gegroeid. VV6 (beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging) stijgt van 27.425 in 2015 naar 47.900 in 2024. VV7 (zware dementiezorg) stijgt van 13.670 naar 16.105 en ouderen met VV8 (zware somatische zorg) stijgt van 2.330 in 2015 naar 3.150 in 2024.
Oversterfte
Volgens brancheorganisatie ActiZ is de situatie complex. ActiZ heeft op basis van antwoorden op een vragenlijst onder 126 zorgaanbieders verklaringen ontdekt voor de afname van de wachtlijsten. Naast het beleid ‘thuis, tenzij’ zien ze ook oversterfte als een mogelijke oorzaak. Meer mensen dan verwacht zijn gestorven.
Tijdelijk
ActiZ vermoedt dat de daling van de wachtlijsten tijdelijk is en wijst ook op dat het aantal mensen dat zich uit voorzorg aanmeldt voor een plek in het verpleeghuis, nog wel gestaag groeit.
Verkenning VWS
De brancheorganisatie is blij met de afname van de wachtlijsten, maar vindt het ook opmerkelijk gezien de demografie en heeft naar aanleiding van de cijfers contact gezocht met zorgkantoren, Zorgverzekeraars Nederland, het Centrum Indicatiestelling Zorg en het ministerie VWS over de ontwikkelingen. Volgens ActiZ gaat VWS ‘verkennen’ wat er precies speelt.

De oversterfte treft vooral mensen van hogere leeftijd, en werkt dus vergrijzing tegen. Nergens is de (over)sterfte nog zo
hoog als in Nederland.
(bron: Reactie op Beslisnota en brief staatsecretaris over
‘Waarom is de oversterfte in Nederland zo hoog?’
25 295 – nr. 2227 – https://gijsvanloef.nl/2025/05/28/reactie-op-beslisnota-brief-kabinet-over-waarom-is-de-oversterfte-in-nederland-zo-hoog/ )
Het valt op dat een VVT ZZP4 als een lichte of relatief lichte indicatie wordt beschreven. Het is echter geen lichte indicatie of een indicatie die een lichte hulpvraag vertegenwoordigd. Het langer zelfstandig thuis wonen wordt er niet eenvoudiger op door een VVT ZZP4 nu als ‘licht’ te presenteren. Bij de meeste mensen met een VVT ZZP4 die thuis wonen is een overbelastte mantelzorger betrokken. Langzaam maar zeker wordt de problematiek verschoven naar het voorliggend veld. Zonder dat deze voorzieningen daar in worden gestut. Het langer zelfstandig thuis wonen is in beginsel een goede zaak. Zolang het maar geen verplichting wordt, omdat er bijvoorbeeld geen VVT ZZP4 meer wordt ingekocht door het zorgkantoor. Het zou alle betrokken partijen recht doen en de cliënt in kwestie in het bijzonder, wanneer VVT ZZP4 indicaties niet meer als ‘licht’ worden geframed.
Inderdaad, Wim.
Mee eens.
Is het bij de redactie van skipr al bekend dat ook de nieuwste cijfers de extreme oversterfte in/van ons zorgmarktminnend Nederland bevestigen? – zoals al 3,5 jaar gebleken is?