beeld: treety/Stock.adobe.com
Elk half jaar doet het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ) uitvraag van financiële gegevens bij zijn deelnemende zorginstellingen. Het fonds vormt zich daarmee een betrouwbaar, continu beeld van zijn leden, zodat het tijdig kan inspringen in het geval een organisatie in financieel zwaar weer komt.
Recentelijk bracht het WfZ een analyse uit op basis van de cijfers die het verzamelde in het tweede kwartaal van dit jaar. De gegevens betroffen de jaarcijfers voor 2024, de gerealiseerde cijfers over het eerste kwartaal van 2025 en een prognose voor geheel 2025.
Tariefkortingen
Het eerste wat opvalt aan die analyse is dat het de aangesloten zorgorganisaties – ziekenhuizen, oudenzorg, gehandicaptenzorg en ggz alsmede enkele revalidatiecentra, radiotherapeutische centra en overige categorale ziekenhuizen – over 2024 in financiële zin aanmerkelijk beter is vergaan dan in het jaar daarvoor.
Een belangrijke oorzaak die het WfZ daarvoor geeft, is het feit dat zorgverleners in met name de ouderen- en de gehandicaptenzorg voor 2024 hun begrotingen hadden opgesteld in anticipatie op door de overheid aangekondigde tariefkortingen voor dat jaar.
Omdat die kortingen er uiteindelijk niet kwamen, kon de ruimte die daarvoor in deze begrotingen was ingeboekt, opgeteld worden bij het bedrijfsresultaat. Zodoende kwam het resultaat over 2024 in de ouderenzorg uit op 3,7 procent (1,9 procent in 2023) en in de gehandicaptenzorg op 2,6 procent (0,9 procent in 2023). In de ziekenhuiszorg en de ggz zijn de verschillen tussen 2023 en 2024 qua resultaat kleiner: 1,1 om 1,9 procent voor de ziekenhuiszorg en 1,5 om 2,7 procent voor de ggz. Voor de vier categorieën samen is sprake van een resultaat van 2,6 procent over 2024.
EBITDA
2024 was dus een naar verhouding financieel zeer succesvol jaar, maar die lijn zal in 2025 niet onverminderd worden voortgezet, met een resultaatprognose van 2,2 procent.
Kijkend naar het EBITDA van de WfZ-leden – het winstbegrip dat het meest duidelijk de relatie laat zien tussen de dagelijkse inkomsten en uitgaven binnen een bedrijf – dan is ook daar een stijging te zien voor 2024, maar het verschil met 2023 is een stuk kleiner – 7,4 versus 6,5 procent. Die stijging is op zich goed nieuws, maar met een dergelijke EBITDA is de ruimte voor investeringen beperkter dan de resultaten over 2024 lijken te rechtvaardigen .
Investeren
Een woordvoerder van het WfZ bevestigt dat de EBITDA onder de leden al sinds 2015 geleidelijk daalt, mede onder druk van een gestaag stijgend ziektepercentage en de jaar-over-jaar toenemende uitgaven aan personeel niet in loondienst (PNIL). “Dat betekent dat – hoewel 2024 een financieel gunstig jaar is – het vermogen om te investeren de afgelopen tien jaar is afgenomen.”
Hoe dan ook is 2024 een goed jaar geweest voor de financiële degelijkheid van zorginstellingen. Zowel het weerstandsvermogen, de solvabiliteit als de liquiditeit zijn verbeterd. Het WfZ laat weten 28 deelnemende zorginstellingen onder monitoring te hebben. Dat aantal is gelijk gebleven ten opzichte van eind 2024, waarbij enkele organisaties van de middengroep naar de (minst acute) lichte groep zijn verplaatst.

