Reablement is in opmars en vormt een belangrijke pijler in het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg (HLO). “Reablement gaat uit van het versterken van eigen regie en eigen kracht, in plaats van het overnemen van zorg. Het is daarmee een belangrijk antwoord op de groeiende vraag naar passende zorg en ondersteuning”, aldus Metzelthin. Toch ontbrak er een heldere definitie van reablement en de relatie tot de alledaagse zorg.
Richting
Daarom onderzochten de AWO-L, Radboudumc, Hogeschool Arnhem Nijmegen en Zuyd Hogeschool met steun van ZonMw de betekenis van deze andere benadering van zorg. De onderzoekers formuleerden vijf doelen die de kern van reablement samenvatten: blijven wonen in de eigen woonomgeving, participatie bevorderen, kwaliteit van bestaan verbeteren, zelfredzaamheid vergroten, de druk op zorg en ondersteuning verminderen en eigen kracht en regie versterken.
Reablement is daarbij geschikt voor iedereen, zowel thuis als binnen de zorgorganisatie. De toepassing is breed inzetbaar: van welzijnsvragen zoals begeleiding en dagbesteding tot ondersteunings- en zorgvragen. Het interdisciplinaire kernteam – bestaande uit zorg- en welzijnsmedewerkers – vormt een belangrijk onderdeel van de brede aanpak. Eén teamlid heeft een coördinerende rol. De hulpvrager is ook lid van het kernteam en kan iemand uit diens sociale netwerk uitnodigen voor het kernteam. “De nieuwe definitie biedt eenduidigheid zodat professionals in zorg en welzijn dezelfde taal spreken, richting voor beleid, onderzoek en praktijk en inspiratie voor organisaties die met reablement aan de slag willen”, vertelt Metzelthin.

Goed initiatief. Toch een opmerking: „begeleiding“ wordt als welzijnsvraag benoemd. Zie art 33 wet BIG. In de gehandicaptenzorg, GGZ ( incl PAAZ ) , VVT en ziekenhuizen is „begeleiden“ een wezenlijk element in de moderne verpleegkunde. En is zowel op kinderen, jeugdigen, volwassenen als ouderen gericht. De ietwat verouderde kapstok in de vetpleegkunde: „gezondheidsvoorlichting en opvoeding“ en de GGZ variant daarvan spelen daarbij eveneens een rol. Waarom dit gedragsgericht deel van de verpleegkunde vergeten?