De vier , Merel van Dijk, David Baden, Menno Gaakeer en Bas de Groot, analyseerden de data van ruim 258.000 patienten die tussen 2017 en 2022 vanaf zeven SEH’s in het ziekenhuis werden opgenomen, zo is te lezen in Medisch Contact.
Uit de data bleek dat de gemiddelde ligduur op een Nederlandse SEH met 2,6 uur relatief kort is vergeleken met landen als het Verenigd Koninkrijk of Frankrijk. Dat is goed nieuws, maar, zeggen de auteurs, ook in Nederland is bovenmatige drukte op de SEH een al lang bestaand serieus probleem. En bij bovenmatige drukte neemt de SEH-ligduur toe.
Verband
De vier refereren aan een Britse observationele studie uit 2023 van vijf miljoen vanaf de Spoedeisende Hulp in het ziekenhuis opgenomen patiënten. Ook in die studie bleek een verband te bestaan tussen ligduur op de SEH en de ziekenhuissterfte. Daar werd indertijd in Nederlandse media aandacht aan besteed, waarop discussie ontstond over de vraag of een dergelijk verband ook in Nederland met zijn efficiënte zorgsysteem en kortere gemiddelde verblijfsduur op de SEH, op zou gaan.
Het antwoord op die vraag is op basis van deze studie met name bevestigend voor patiënten die ouder zijn dan 70 jaar en als ‘niet-urgent’ op de SEH zijn binnengekomen. Bij een SEH-ligduur van meer dan vier uur lag hun sterfterisico ruim 1,3 keer hoger en bij een ligduur van plus acht uur zelfs 2,2 keer hoger. Bij jongere niet-urgente patiënten loopt de overlijdenskans ook op bij langere SEH-ligduur, maar in veel mindere mate. Voor patienten die als ‘urgent’ zijn getrieerd gaat het verband niet op.
Evengoed concluderen de onderzoekers: als de uitslagen van dit onderzoek worden geëxtrapoleerd naar alle Nederlandse SEH’s (met jaarlijks 2,2 miljoen SEH-bezoeken), dan zou het voorkomen van SEH-drukte potentieel 818 sterfgevallen voorkomen.
Urgentiebesef
De onderzoekers roepen concluderend op tot meer urgentiebesef ten aanzien van bovenmatige drukte op SEH’s. Volgens hen is de drukte op SEH’s is een structureel probleem dat het hele zorgsysteem weerspiegelt, met oorzaken in de gehele zorgketen. Met name de instroom in en de uitstroom uit de SEH zijn volgens hen knoppen waar door het maken van de juiste keuzes – voldoende behandelcapaciteit, personele bezetting, voldoende lab-ondersteuning en vooral ook de mogelijkheid om mensen door te plaatsen, moet daarbij gaan helpen. Tot slot roepen de auteurs op tot health in all policies – overheidsbeleid dat moet gaan leiden tot een gezondere samenleving.