De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) hebben samen het kader ‘Toezicht op Goed Bestuur’ opgesteld. Hierin staat onder meer wat zij verstaan onder goed bestuur in de zorg en wat ze verwachten van bestuurders op het gebied van kwaliteit, veiligheid, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg.
Zorgaanbieders moeten goede, betaalbare en voor iedereen toegankelijke zorg leveren, stellen de IGZ en de NZa in het kader.
Bestuurders zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit, veiligheid, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg. Om hun functie goed te kunnen uitoefenen is open en integer handelen een voorwaarde, net als goed zicht op alle ontwikkelingen binnen hun organisatie, aldus de IGZ of de NZa. De meeste bestuurders zijn volgens de inspectie en de zorgautoriteit goed toegerust voor hun functie en nemen hun verantwoordelijkheid. De IGZ en de NZa zullen de komende tijd het onderwerp goed bestuur “actief agenderen”.
Gezonde financiën en goede kwaliteit van zorg gaan vaak hand in hand, volgens de twee toezichthouders. Daarom informeren ze elkaar over signalen die voor de ander van belang zijn. Zij noemen het “vanzelfsprekend” om in het toezicht samen op te trekken en af te spreken wie wat doet. “Dat vergroot de effectiviteit van het toezicht en geeft duidelijkheid aan de zorgaanbieders. Ook kan de samenwerking tot een verlaging van de ervaren administratieve lastendruk leiden.”
Cultuur en gedrag
Als het nodig is bepalen de IGZ en de NZa samen een aanpak voor toezicht. Bij dit toezicht zijn cultuur en gedrag een nieuw aandachtspunt. Hieronder vallen twee thema’s: lerend en zelfreinigend, en doelgericht en doelmatig. Met het eerste thema bedoelen de Inspectie en de zorgautoriteit onder meer dat het bestuur continu zijn prestaties en die van de organisatie verbetert; een open werkklimaat bevordert en reflectief en aanspreekbaar is. “Het vraagt diezelfde houding van medewerkers en stimuleert een open klimaat waarin collega’s van elkaar leren.”
Het tweede thema houdt bijvoorbeeld in dat het bestuur doelgericht is en doelmatig en rechtmatig omgaat met publieke middelen en zorgt voor een transparante bedrijfsvoering. Verder stelt het bestuur samen met belanghebbenden de missie en kernwaarden op; draagt het zorg voor goede zorg voor patiënten en cliënten en dragen zij zorg voor een transparante bedrijfsvoering, een doelmatige en rechtmatige inzet van publieke middelen en transparantie van kwaliteit van zorg en wachttijden.
De IGZ en de NZa hebben ook verwachtingen van andere betrokkenen, zoals de raad van toezicht (rvt). Zo weegt de interne toezichthouder de belangen en past de Zorgbrede Governancecode toe. De rvt waakt over de kwaliteit en veiligheid van de zorg en over de naleving van wet- en regelgeving. Bovendien heeft de rvt zicht op de sturing van de organisatie vanuit het primaire proces en ziet hij toe op sturing, risico’s en gedrag van het bestuur van de zorgaanbieder. De rvt moet de risico’s en dilemma’s in de patiëntenzorg kennen en weten hoe de organisatie omgaat met klachten, incidenten en calamiteiten.