Nog maar één op de vijf huisartsen heeft tegenwoordig een solopraktijk. De rest werkt op de een of andere manier samen. Dat blijkt uit een peiling die het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) donderdag heeft bekendgemaakt.
Deeltijd
In 2000 werkte 35 procent van de huisartsen in een solopraktijk, in 2010 was dat nog 18 procent. Volgens het NIVEL neemt het aantal solopraktijken voornamelijk af omdat steeds meer vrouwen huisarts zijn. “Zij werken vaker in deeltijd en ook vaak in dienstverband. Daardoor neemt het aantal traditionele mannelijke huisartsen met een solopraktijk steeds verder af”, aldus onderzoeker Lammert Hingstman.
Vrouw
Vorig jaar was 40 procent van de huisartsen vrouw. Het aantal vrouwelijke huisartsen steeg in de periode 2000 tot 2010 met 83 procent, terwijl in dezelfde periode het aantal mannelijke huisartsen afnam met 7 procent. (bron: ANP)