De oproep aan het veld van minister Schippers in Buitenhof om zelf met bezuinigingsvoorstellen voor de zorg te komen, heeft gretig opvolging gekregen. Misschien een beetje té gretig.
Want de voorstellen die de minister tot nu toe heeft ontvangen, hadden voornamelijk een hoog “Oratio pro domo”-(OPD)gehalte. In simpel Nederlands gesteld: preken voor eigen parochie. De huisartsen en fysiotherapeuten bijvoorbeeld vinden dat vooral de zorg in de eerste lijn moet worden versterkt. Ook de tandartsen kunnen wonderen verrichten als zij de patiënten maar vaak genoeg in de mond kijken. De NPCF vindt dat de patiënt buiten schot moet blijven zolang nog voor miljarden aan ondoelmatigheid in de zorg bestaat. De Orde van Medisch Specialisten vindt daarentegen dat de second opinion best uit het pakket kan, omdat de patiënt die wel zelf kan betalen. Maar daar staat dan weer het standpunt van de Nederlandse Federatie van Universitaire medische centra (NFU) tegenover, die de second opinion juist een goed idee vindt. Alleen moet die second opinion dan wel binnen de umc’s plaatsvinden, stelt ze. Hierbij vergeet ze gemakshalve dat veel ziekenhuizen – ook umc’s – complexe patiënten regelmatig doorverwijzen naar de expertcentra binnen de algemene en categorale ziekenhuizen. Verder vindt de NFU dat de zorg doelmatiger kan worden als de umc’s meer middelen en ruimte krijgen om wetenschappelijk onderzoek te verrichten.
Kosten beheersen
Het goede nieuws is dat de veldpartijen zich blijkbaar heel erg geroepen voelen om de kosten in de zorg te beheersen. Maar als ze dit allemaal alleen maar doen op basis van een OPD-tje schiet het natuurlijk niet op. De aanpak die het College voor Zorgverzekeringen heeft gekozen – de lage ziektelastbenadering – lijkt bij eerste beschouwing aantrekkelijker. Maar de eerste berekeningen laten al zien dat ook deze aanpak problematisch is. Bij een lage ziektelast gaat het immers ook om ziekten die zonder snel ingrijpen een groot risico op een ernstig verloop kennen.
Grenzen aan de zorg
Waarin moeten we de oplossingen dan wel zoeken? Zelf hebben we de minister een aantal voorstellen gedaan. Om te beginnen het voorstel haast te maken met de discussie over grenzen aan de zorg. Het CVZ heeft die discussie in een stroomversnelling gebracht. Nu is de politiek aan zet om hiervoor het normenkader te stellen, en de aanbieders om in hun richtlijnen meer rekening te houden met het aspect kosteneffectiviteit. Gepast gebruik stimuleren en ondoelmatigheid terugdringen liggen in het verlengde hiervan. Ziekenhuis Rijnstate voert actief beleid op het tegengaan van over- en doorbehandelen. De St Maartenskliniek neemt gerichte actie om verspilling van geneesmiddelen tegen te gaan. We hebben veel meer van zulke voorbeelden nodig.
Doelmatigheid
Zo hebben we meer maatregelen ter tafel gebracht. Meer nadruk leggen op de bewijsvoering van de meerwaarde van innovaties en de effectiviteit van behandelingen bijvoorbeeld. Onderzoek doen naar overdiagnostiek. In richtlijnen het doelmatigheidsaspect sterker benadrukken.
Termijn
Allemaal maatregelen die pas op termijn tot kostenreductie leiden, zult u zeggen. U hebt gelijk. Maar wel stuk voor stuk maatregelen die een inspanning van alle partijen vergen, in plaats van alleen maar te wijzen naar anderen. En in de tussentijd dan toch maar eigen betalingen van patiënten vragen? Natuurlijk is dat ook geen aantrekkelijk alternatief. Vooralsnog blijft de bal bij deze ingewikkelde vaag over het verzekerde pakket- zeker op de korte termijn- op het speelveld van de minister liggen.
Margot van der Starre
Directeur Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ)