De quote ‘meer doen, minder geld en geen fouten’ die ik onlangs tegenkwam, geeft de onzekere werkelijkheid waarin de ggz zit goed weer. De hoeveelheid eisen die aan de financiële en kwalitatieve administratieve processen worden gesteld zijn enorm. Alle transities die dit jaar zijn uitgerold in Nederland hebben hun weerslag op de ggz.
Iedere cliënt met een ggz-stoornis wordt geholpen, ongeacht of hij valt onder de Zorgverzekeringswet, Wet Langdurige Zorg, Wet Maatschappelijke Ondersteuning en Jeugdwet. Deze financieringscompartimenten zijn daarnaast ook nog verdeeld over zes verzekeraars, circa vierhonderd grote en kleine gemeenten en 42 jeugdregio’s met daaronder vaak nog specifieke afspraken voor specialistische ggz, Generalistische Basis GGZ en Langdurige GGZ of per verzekeraars label of per gemeente.
Afhankelijk van de grootte van de instelling heb je al heel snel met minstens honderd verschillende financiers, contracten en /of productieplafonds van doen. Dit levert een enorme toename van de administratieve lastendruk op bij de verzekeraars, gemeente en jeugdregio’s aan de ene kant en bij de zorgaanbieders aan de andere kant. Hierdoor ontstaat een wanverhouding tussen het geld bestemd voor de zorg en voor de overhead. Alle verhalen dat de administratieve lastendruk daalt is Haagse retoriek, de dagelijkse praktijk is veel weerbarstiger.
Administratieve druk
Overal lees je dat de administratieve druk enorm is toegenomen en dat extra medewerkers zijn aangetrokken om het administratieve proces op orde te houden. Het is een vereiste voor iedere instelling om 100 procent te voldoen aan alle verschillende wet en regelgeving, contractafspraken en / of productieplafonds met verzekeraars, gemeenten en jeugdregio’s.
Als je niet voldoet aan de verantwoordingseisen is de kans zeer groot dat tot terugvordering wordt overgegaan vanuit het rechtmatigheidsoogpunt of gewoon als besparingsmogelijkheid. Iedere administratieve omissie wordt namelijk al snel als ‘fraude’ gezien. Het lijkt wel belangrijker om te voldoen aan alle administratieve vereisten dan een cliënt kwalitatief goede zorg te geven. De mogelijke financiële consequenties die dit heeft voor de instellingen worden echter door al deze partijen en de politiek niet overzien, laat staan gehoord.
Als je naar de planning- en controlcyclus kijkt is de administratieve druk in 2015 nog maar het begin van wat de ggz te wachten staat. In 2016 zal de administratieve druk pas op zijn hoogtepunt zijn. In 2016 lopen voor het eerst de drie planning- en controlcycli door elkaar heen. Het betreft dan de in- en verkoopgesprekken en voorbereidingen van offertes voor 2017, de productiemonitoring en kwartaalgesprekken over het jaar 2016 en de verantwoording over het afgesloten jaar 2015.
Ongelooflijke hoeveelheid werkzaamheden
Dit betekent voor 2016 een ongelooflijke hoeveelheid werkzaamheden en gesprekken met inkoopmedewerkers, beleidsmedewerkers, administratieve medewerkers, AO / IC medewerkers van alle verzekeraars, gemeenten en de jeugdregio’s, de accountants en uiteindelijk de banken.
De administratieve lasten zullen naar een absoluut hoogtepunt stijgen in 2016 als de complexiteit en hoeveelheid controles van het controleplan GGZ DBC 2013 het uitgangspunt is voor de verantwoording over 2015. De brief van de VNG van 22 april 2015 over rechtmatigheid in de WMO en Jeugd wet kan als een eerste waarschuwing worden gezien, dat de onzekerheid over rechtmatigheid te groot wordt voor alle partijen. De administratieve lastendruk en de onzekerheid over een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening en de continuïteit van GGZ instellingen zal nog nooit zo hoog zijn geweest.
Hoofd Financiën, Control en Verkoop bij GGZ Delfland