Zoals er bij voetbal wordt gesteld dat er 17 miljoen scheidsrechters in Nederland zijn, heeft ook iedere Nederlander wel een mening over de zorg. Wanneer er iets misgaat in de zorg kost het nauwelijks moeite er informatie over in de media te vinden.
Het gaat dan vaak niet alleen over de feiten, maar ook of iets goed is gegaan, gedaan of fout is geweest. De gemoederen kunnen daarbij hoog oplopen.
Bescherming
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is daarbij steevast in beeld. De Inspectie verzamelt feiten, analyseert en neemt zo nodig maatregelen. Dat klinkt simpel en logisch maar is het niet. Hoe verzamelt de inspectie de feiten? Net als de politie? Net als het OM? Nee, dus. De IGZverzamelt feiten om te achterhalen of er mogelijk sprake is van onverantwoorde zorg. Zij verzamelt geen feiten om waarheidsvinding na te streven. Het doel is om de burger te beschermen tegen onjuiste, onverantwoorde of zelfs gevaarlijke zorg. Natuurlijk is het belangrijk dat geen onjuiste gegevens worden verzameld, maar aan de hoge eisen die gesteld worden aan justitieel onderzoek kan en hoeft de inspectie niet te voldoen. Zo kan de inspectie iemand niet onder ede horen.
Richtlijnen
Hoe weet de IGZ nu wat goede, middelmatige, slechte of ‘onverantwoorde’ zorg is? Bij de analyse baseert de Inspectie zich op de wet en regelgeving. Dat is een mooi begrip, maar wat valt daar onder? Vanzelfsprekend dat wat er in wetten staat. Maar in de zorg gebeurt zo veel dat helemaal niet in wetten beschreven staat. Daar gebruikt de inspectie de richtlijnen, normen en standaarden van het zorgveld voor en ‘datgene wat onder beroepsgenoten gebruikelijk is’. De Inspectie bepaalt dus niet zelf wat goed is, dat doen de beroepsbeoefenaren zelf met elkaar. De Inspectie hoort natuurlijk wel te weten wat goed is.
Het komt nog al eens voor dat onduidelijk is wat goed is, dus wat de norm is. De inspectie daagt dan meestal de koepelorganisatie die het onderwerp het meest betreft uit om een norm te stellen. Als dat niet gebeurt dan kan de Inspectie zelf wel eens een norm stellen. Wanneer men het niet eens is met de norm die de inspectie stelt kan de rechter altijd nog uitsluitsel geven. Tegenwoordig hebben we ook het Kwaliteitsinstituut i.o. dat een belangrijke rol gaat spelen bij het vaststellen van normen in de zorg.
Handhaving
Tot zo ver het ’toezicht van de inspectie’. Kenmerkens voor de inspectie is dat zij ook ‘handhaaft’. Wanneer niet aan de norm wordt voldaan kan de Inspectie maatregelen nemen of eisen stellen zodat wel aan de norm wordt voldaan. Afhankelijk van de ernst van de afwijking van de norm kan de Inspectie een advies geven, een plan van aanpak eisen, druk uitoefenen of zelfs iemand of een organisatie dwingen. In sommige gevallen kan een boete opgelegd worden. Of de inspectie stapt naar de tuchtrechter, zodat deze een oordeel kan vellen over het professioneel handelen van de beroepsbeoefenaar en indien nodig een corrigerende maatregel kan opleggen. Het doel blijft altijd dat de zorg die de patient/client krijgt verantwoord en veilig moet zijn. En dan zijn we weer terug bij af. Want wat verantwoord en veilig is, bepalen we dus met zijn allen.
Jan Vesseur is sinds 2005 project-hoofdinspecteur patiëntveiligheid, zorg ICT en internationale zaken bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Hij was projectleider voor het toezicht op het veiligheidsmanagement in ziekenhuizen, op de informatiebeveiliging in ziekenhuizen en voor de Staat van de Gezondheidszorg 2011 die ging over informatie uitwisseling in de zorg.
—
Het symposium ‘Hoe weten we wat goed is? Zicht en toezicht op zorg’ vindt op 13 november 2013 plaats in het Radboudumc in Nijmegen. U vindt hier het programma.