Sommige geluiden of geuren brengen mij direct terug naar een gebeurtenis uit mijn jeugd. In één keer terug in de sfeer en het gevoel. Ik ben gezegend met fijne herinneringen aan die tijd. Kleine onschuldige pesterijtjes, ongelukjes of ruzietjes die er ook waren, lijken nauwelijks belangrijk. Gelukkig maar, want in de kindertijd moet je je als kind veilig kunnen voelen.
Niet alle volwassenen hebben deze fijne herinneringen. En het betekent nogal wat wanneer je in de kindertijd geconfronteerd wordt met huiselijk geweld of met verwaarlozing. Of wanneer je slachtoffer bent van mishandeling of seksueel misbruik gepleegd door een van je huisgenoten. Geuren of geluiden roepen dan hele andere herinneringen op.
Dat willen we niet voor de volwassenen van de toekomst, voor de kinderen van nu. Iedereen moet zijn nek uitsteken om dat te voorkomen, maar wie verantwoordelijkheid draagt binnen een zorginstelling waar kinderen en jongeren aan worden toevertrouwd als het bij hen thuis dus niet meer veilig is, moet zijn nek nog een stukje verder uitsteken. Die moet proactief handelen. Het implementeren van meldcodes en protocolleren van gedrag is dan niet voldoende.
Voorbeeldgedrag
Ik ben zelf bestuurder van een dergelijke instelling. Ik weet dat er aandacht moet zijn voor signalering en rapportering van gebeurtenissen waarbij een vermoeden bestaat van huiselijk geweld of kindermishandeling. Dat het onderwerp regelmatig op de van zorgteams en managers te moet staan. Dat er ruimte moet zijn voor een (soms ethisch) debat, omdat rapportages snel kunnen leiden tot het mijden van zorg en het uit zicht raken van het betreffende gezin.
Maar bovenal moet vanuit het management voorbeeld gedrag getoond worden. Management en bestuur moeten hun nek uitsteken en debat initiëren; casussen behandelen en zorg dragen voor deskundigheidsbevordering binnen de instelling. Want door het onderwerp hoog op de agenda te plaatsen levert u een bijdrage aan het voorkomen of in ieder geval terugdringen van kindermishandeling.
Decentralisatie
Bij de discussies rond de decentralisaties van zorgtaken van rijk en provincie naar gemeenten, staat dit onderwerp niet op de agenda. De decentralisatie van jeugdzorg had als belangrijkste doel de efficiency en de effectiviteit van jeugdzorg te verbeteren door de regie en financiering van de zorg in één hand te geven. Maar door de uitsluiting van decentralisatie van zorg voor ernstig verstandelijk gehandicapte kinderen en de jeugdpsychiatrie (nieuwe inefficiëntie) dreigt – in combinatie met toch wel zeer zware bezuinigingen – een situatie te ontstaan waarbij de aandacht voor de kwaliteit van de zorg en dus ook de aandacht voor kindermishandeling niet meer de hoogste prioriteit heeft. En helaas heeft het die prioriteit wel echt nodig willen we voor goede herinneringen in de toekomst zorgen. Mijn vraag aan u, bestuurders en managers in instellingen is: zet het debat aan!
Henk van Driel
Bestuurder bij De Lichtenvoorde
—
U zult de komende weken vanuit de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland in samenwerking met de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik meerdere blogs van verschillende bestuurders uit de gehandicaptenzorg te lezen krijgen. Het doel is om kindermishandeling en seksueel misbruik onder mensen met een beperking terug te dringen. We doen dit in aanloop naar de Week van Kinderen Veilig die van 18 t/m 23 november a.s. plaatsvindt. In de week hieraan voorafgaand, op 13 november, zal een gesprek plaatsvinden met bestuurders uit de gehandicaptensector over de vraag hoe er zo goed mogelijk vorm gegeven kan worden aan bestuurlijke betrokkenheid bij dit belangrijke onderwerp. Hier zal te zijner tijd ook een korte film over te zien zijn.