Het aantal gedwongen opnames onder ouderen is de afgelopen vijf jaar fors toegenomen. Het aantal dwangopnames van 60- tot 80-jarigen nam met ongeveer een kwart toe, van bijna vierduizend in 2014 tot bijna vijfduizend nu. Het aantal bij 80-plussers steeg met veertig procent, van 1565 naar 2189.
Dat blijkt uit cijfers van de Raad voor de Rechtspraak die NRC heeft opgevraagd. De stijging komt omdat sinds 2014 honderden verpleeg- en verzorgingshuizen zijn gesloten. Daardoor wonen ouderen langer thuis. Voor ouderen die lijden aan dementie of die psychiatrische problemen hebben en geen netwerk om ze op te vangen, is een opname tegen hun wil vaak nog de enige oplossing.
Inbewaringstelling
Een aanvraag daarvoor komt meestal van een huisarts of andere zorgverlener, familie of de politie. Voor opnames zonder spoed geeft de rechter een machtiging, na een onafhankelijk oordeel van een psychiater. Als de situatie acuut gevaar oplevert, kan een IBS – inbewaringstelling – worden opgelegd. Daarvoor is toestemming nodig van de burgemeester. Een IBS mag drie weken duren. In totaal zijn vorig jaar 27 duizend gedwongen opnames opgelegd, een derde deel daarvan zijn spoedopnames.
Wvggz
Op 1 januari 2020 gaat de Wet verplichte ggz (Wvggz) in, die moet zorgen voor minder gedwongen opnames. Met de Wvggz krijgen cliënten en hun naasten meer inspraak in hun behandeling. Daarnaast hoeven gedwongen behandelingen niet meer altijd plaats te vinden in instellingen, maar kunnen ook thuis gebeuren, bijvoorbeeld door iedere dag te controleren of cliënten hun medicijnen innemen.