Mensen met een beperking aan het werk krijgen of houden, is veel simpeler dan wordt gedacht. Dat blijkt uit onderzoek ‘Wat werkt wel en wat werkt niet’ dat Ieder(in), het Landelijk Platform Geestelijke Gezondheidszorg (LPGGz) en de Patiëntenfederatie NPCF, onder bijna vijfduizend mensen met een ziekte of geestelijke of lichamelijke beperking deden.
Voor mensen met een beperking die al een baan hebben, is een goede sociale werkomgeving belangrijk. Op de werkvloer zijn steun en begrip van collega’s, onder wie leidinggevenden, het belangrijkst. Voor wie niet werkt, zijn eenvoudige veranderingen als aanpassing van werktijden en van het werk zelf nodig om actief te worden op de arbeidsmarkt. Maar zij komen die mogelijkheden bij werkgevers maar zelden tegen. Op zoek naar werk lopen ze tegen veel problemen aan: er is te weinig passend werk, discriminatie en gebrek aan ondersteuning door instanties.
Ruim een derde van de respondenten heeft werk. 43 Procent noemt accepteren van en kunnen omgaan met de ziekte, het belangrijkste om aan het werk te kunnen blijven. Ook steun van leidinggevenden (42 procent), collega’s (28 procent) en naasten (22 procent) scoren hoog. Als het niet lukt om werk te vinden, slaat moedeloosheid toe. Mensen ervaren stigmatisering en discriminatie en het is daarom volgens de patiëntenorganisaties “niet verrassend” dat sommigen de zoektocht naar werk opgegeven.
Kruiwagens
Mensen met een arbeidshandicap hebben weinig waardering voor instanties als de arbodienst, re-integratiebureaus, bedrijfs- en verzekeringsartsen. Zij voelen zich daar niet begrepen en niet serieus genomen. Veel meer vertrouwen hebben mensen in hun sociaal netwerk: 65 procent ervaart dat ambassadeurs uit de doelgroep deuren openen voor mensen met een arbeidsbeperking. Het belang van netwerken en ‘kruiwagens’ wordt aanzienlijk vaker genoemd dan dat van instanties.
De arbeidsparticipatie van mensen met een ziekte of beperking is erg laag: 26 procent tegenover 66 procent van de gehele beroepsbevolking. Een gebrek aan passend werk belemmert een kwart van de niet-werkenden en 42 procent van hen die werk hebben ander werk te vinden. De patiëntenorganisaties stellen: “Overheid en werkgevers moeten hun verantwoordelijkheid nemen en ervoor zorgen dat die passende banen er snel komen. Met betrekkelijk simpele aanpassingen kunnen veel meer mensen met een ziekte of beperking aan het werk.”