Artsen maken nauwelijks gebruik van het nieuwe ‘intensief consult ten behoeve van zorgvuldige afweging behandelopties’. Dat meldt Trouw op basis van cijfers van DBC Onderhoud. Het ‘kijk- en luisterconsult’ werd in de eerste helft van vorig jaar een kleine 250 keer gedeclareerd.
In driekwart van de ziekenhuizen is het nieuwe uitgebreide consult nog nooit gedeclareerd, aldus Trouw. Tijdgebrek zou een reden zijn die gesprekken niet te voeren. Internisten voeren het meest deze uitgebreide gesprekken, blijkt uit een analyse van de cijfers. Het gaat dan vooral om patiënten met kanker. Ook urologen maken er gebruik van, doorgaans bij prostaatkanker. Bij dermatologen is de nieuwe consultvorm opvallend goed bekend en ook geriaters lijken die te ontdekken.
De beloning van ‘kijk- en luistergeld’ moet er toe leiden dat patiënten minder vaak dure, ingrijpende behandelingen ondergaan die weinig bijdragen aan de levenskwaliteit. Deskundigen wijten het lage aantal declaraties van het kijk- en luisterconsult aan de geringe bekendheid onder artsen. Ook declareren waarschijnlijk veel artsen dit gesprek onder een andere noemer, bijvoorbeeld palliatieve oncologische zorg.
Artsenfederatie KNMG is nog altijd voorstander van kijk- en luistergeld. Een werkgroep van de artsenorganisatie presenteerde op 5 maart het rapport ‘Niet alles wat kan, hoeft. Passende zorg in de laatste levensfase’ .