Verschillende ggz-instellingen krijgen van de bank minder ruimte om kort geld te lenen. Door de inperking van de kredietfaciliteit komt de liquiditeit onder druk te staan. In sommige gevallen kan er zelfs “gerede twijfel over de continuïteit” ontstaan. Branchevereniging GGZ Nederland vraagt daarom de banken voorzichtig te zijn met strengere kredietvoorwaarden.
Eén van de ggz-instellingen die minder geld kan lenen bij de bank is GGz Centraal. Blijkens het jaarverslag heeft de huisbankier de kredietruimte met 10 miljoen euro ingeperkt tot 40 miljoen euro. Ook heeft de bank GGz Centraal onder bijzonder beheer geplaatst. Dit betekent dat de financiële zaken van de ggz-aanbieder voortaan hoger in de organisatie van de bank worden behandeld en beoordeeld.
De kredietperikelen van GGz Centraal staan niet op zichzelf. Volgens een insider draaien de banken op veel meer plekken in de ggz de geldkraan dicht. Directeur Paul van Rooij van branchevereniging kent “drie à vier voorbeelden”. Aangezien veel ggz-instellingen hun jaarrekening nog niet hebben gedeponeerd –ondanks verstrijken van de 1 juni-deadline- is het ondoenlijk een totaalbeeld te vormen.
Wat wel duidelijk is, is dat de ggz-instellingen net als de ziekenhuizen massaal geen goedkeurende verklaring van de accountant hebben gekregen. Het feit dat de accountants een slag om de arm houden in vorm van verklaringen met beperking, maakt de banken hun verhouding met de ggz-instellingen heroverwegen.
Voorwaarde
Een goedkeurende verklaring is in veel gevallen voorwaarde voor toegang tot kredietfaciliteiten. Het feit dat de accountant deze verklaring onthoudt, geeft de banken zelfs het recht om uitstaande leningen direct op te eisen. Omdat banken hiermee een faillissement over veel van hun klanten zouden afroepen, zal dit in de praktijk niet snel gebeuren. Wel blijken verschillende banken nu zekerheidshalve de omvang van hun kortlopend krediet terug te brengen.
Doorlooptijd
Ggz-voorman Van Rooij heeft begrip voor de opstelling van de banken, maar pleit er voor om “het cirkeltje” waarin ggz-instellingen nu gevangen zitten te doorbreken. “De gemiddelde doorlooptijd van dbc’s is acht maanden”, zegt Van Rooij. “Instellingen moeten zodoende vaak tien maanden wachten op hun geld.” In die periode lopen de vaste kosten voor personeel en huisvesting wel door en daarmee de afhankelijkheid van kredietfaciliteiten.
Liever ziet GGZ Nederland nieuwe afspraken met de zorgverzekeraars over bevoorschotting. Het probleem is dat de verzekeraars net als de banken zekerheden verlangen. Tussen beide partijen bestaat al geruime tijd onenigheid over de vraag wie het eerste pandrecht heeft in geval van financiële problemen. Niettemin hoopt Van Rooij voor medio juli een werkbare oplossing te vinden voor de financieringsproblemen.
Continuïteit
Voor individuele aanbieders als GGz Centraal dreigt voorlopig financiële uitholling. Over 2013 heeft de ggz-aanbieder een verlies van ruim 11,2 miljoen euro geleden. Het negatieve resultaat zit mede in een voorziening met het oog op een reorganisatie en een incidentele uitgave voor een nieuw zorginformatiesysteem. Maar ook zonder deze posten is er sprake van een operationeel verlies van 4,5 miljoen euro. In combinatie met de onzekerheid over de rechtmatigheid van de dbc-registratie, minder, maar duurder krediet en de opeisbaarheid van de leningen kan er –zo meldt het jaarverslag- “gerede twijfel ontstaan over de continuïteit van GGz Centraal”.