Zorgbestuurders hebben in 2014 honderdduizenden euro’s opgestreken aan ontslag- en vertrekpremies. Dat blijkt uit recent verschenen jaarverslagen van ouderen- en thuiszorginstellingen, meldt het Algemeen Dagblad (AD).
Bestuurder Maarten de Bloois van zorginstelling De Hanzeheerd uit Overijssel ontving met 300 duizend euro de hoogste vertrekpremie uit 2014. “De gouden handdruk neemt een flinke hap uit de jaaromzet van nog geen 11 miljoen euro”, schrijft het AD.
Een ander voorbeeld is Constant van Schelven. In 2013 vertrok hij als bestuursvoorzitter van de Rotterdamse thuiszorginstelling Aafje. Hij gaf gehoor aan een moreel appel van de raad van toezicht om van een deel van zijn riante vertrekregeling af te zien. Wel maakte hij gebruik van zijn recht op een contractueel vastgelegde, sectorale wachtgeldregeling. In 2014 zou hij zo ruim 181 duizend euro hebben opgestreken.
Overgangsregeling
Met het ingaan van de Wet normering topinkomens in 2013 is geregeld dat vertrekpremies in de publieke sector maximaal 75 duizend euro mogen bedragen. Maar in de zorg geldt een overgangsregeling als het contract van een bestuurder van voor dat jaar dateert. “Midden in de grootste bezuinigingsoperatie in de zorg ooit durven vertrekkende bestuurders tonnen mee te nemen van hun instelling. Dat vind ik verwerpelijk,” zegt Gijs van Dijk van FNV in het AD.