Wetenschappers trekken in twijfel of de voordelen van borstkankerscreening opwegen tegen de nadelen. Minister Schippers van VWS heeft de Gezondheidsraad daarom onlangs gevraagd het nut van het onderzoek opnieuw onder de loep te nemen. Dat meldt Nieuwsuur.
Het principe ‘baat het niet dan schaadt het niet’ blijkt niet op te gaan voor de borstkankerscreening. Het doel van borstkankerscreening is het verlagen van het aantal vrouwen dat sterft aan borstkanker. De vraag is nu of screening de sterfte voldoende terugdringt. Er gaan minder vrouwen dood aan borstkanker, maar de vraag is of dit het gevolg van screening is. De folder over het bevolkingsonderzoek meldt dat het bevolkingsonderzoek blijkt dat de screening op borstkanker 700 vrouwen per jaar redt. Internationale medische bladen als The British Medical Journal, trekken dit soort cijfers in twijfel. Er zijn ook andere oorzaken dat de sterfte is afgenomen. Zo zijn de behandelingen verbeterd. Bovendien lijkt de daling in sterfte een trend, want deze is ook zichtbaar bij vrouwen niet meedoen aan het bevolkingsonderzoek omdat ze te jong zijn.
Nadelen
“Ernstige nadelen zijn de foutpositieve en foutnegatieve uitslagen die onrust of onterechte geruststelling teweeg kunnen brengen. Ook overdiagnose is een nadeel van het bevolkingsonderzoek dat een grote impact heeft op de vrouw die het betreft”, heeft minister Schippers in juni geschreven.
Van de 1000 vrouwen die gescreend worden, blijkt bij 20 vrouwen een afwijking. Zes daarvan hebben een vorm van borstkanker. Bij 14 vrouwen blijkt het om een foutpositieve uitslag te gaan; er is niets aan de hand. Ook worden er kankers ontdekt die nooit tot een tumor zouden uitgroeien. Deze vrouwen worden behandeld, terwijl het om een vorm van kanker gaat die geen probleem oplevert en zeker niet tot de dood leidt. Het screeningsprogramma kost zo’n 60 miljoen euro per jaar.