De Haagse zorginstelling Cato heeft ruim een jaar een gesloten afdeling voor psychogeriatrische cliënten gerund zonder te weten welke cliënten er vrijwillig opgenomen waren en welke een Bopz-indicatie hadden. Dit blijkt uit een rapport van de Inspectie voor de Volksgezondheid (IGZ).
Verzorgingscentrum Bezuidenhout, onderdeel van Cato, heeft sinds 1 november 2012 twee Bopz-afdelingen waar in totaal 31 zwaar psychiatrische of dementerende cliënten verzorgd kunnen worden, zowel mèt als zonder Bopz-indicatie. Als cliënten geen Bopz-indicatie hebben, mogen zij geen verplichte behandelingen ondergaan.
Medisch toezicht
Daarnaast constateerde de IGZ dat het medisch toezicht op de Bopz-afdeling bij Cato niet orde was. In het rapport van de Inspectie staat dat voor de (medische) behandeling van de een samenwerkingsovereenkomst is aangegaan met het detacheringsbureau Novicare. “Via deze organisatie is met ingang van november 2012 een behandelend specialist ouderengeneeskunde aangesteld. Oorspronkelijk vervulde deze arts ook de rol van Bopz-arts. De inspectie heeft bij constatering van dit feit eind 2012, aan de betrokken arts laten weten dat de rollen van behandelend arts en Bopz-arts, niet verenigbaar zijn met elkaar. Immers, toetsing van de behandeling onder de Wet Bopz dient plaats te vinden door een andere arts/specialist ouderengeneeskunde dan de behandelaar zelf.”
Opgelost
In een reactie tegen Omroep West stellen IGZ en de bestuurder van Cato dat veel van de problemen bij Cato inmiddels zijn opgelost. Voorzitter raad van bestuur van Cato Leny Houben: “Wij gaan er van uit, dat ook de overige zaken voor de gestelde deadline gereed zijn”.