Cliënten die zorg thuis afnemen moeten snel doorgeven of zij dat zo willen houden of dat zij naar een instelling willen verhuizen. Het overgangsrecht voor cliënten met een laag zorgzwaartepakket zonder verblijf of een volledige pakket thuis loopt eind 2015 af. Cliënten hadden hun keuze eigenlijk uiterlijk 1 november moeten doorgeven, maar uit een inventarisatie van de zorgkantoren is gebleken dat zo’n 3.000 cliënten dat nog niet hebben gedaan.
Overgangsrecht
In de Wet langdurige zorg (Wlz) is afgesproken dat cliënten met een laag zorgzwaartepakket recht houden op verblijf in de Wlz. Als zij nog geen verblijf afnemen, hebben zij tot het eind van hun indicatie of uiterlijk tot 1 januari 2016 de tijd om een keuze te maken voor thuis/extramuraal blijven wonen of om toch verblijf te gaan afnemen. Als gekozen wordt voor extramurale zorg komen de cliënten in de Wmo/Zvw, maar zij houden levenslang recht op verblijf in de Wlz.
Liever thuis
Uit een inventarisatie van de zorgkantoren blijkt dat het overgrote deel (80 procent) van de cliënten ervoor kiest om thuis/extramuraal te blijven wonen en daarmee naar de Wmo en/of Zvw overgaat.
Ook is gebleken dat een aanzienlijk deel (37 procent) van de doelgroep niet reageert op de vraag om hun keuze door te geven. Het gaat zowel om mensen die geen zorg afnemen als om cliënten met een pgb of met zorg in natura. Ook zijn het zowel cliënten in de ouderenzorg als in de gehandicaptenzorg. Het is niet bekend hoe de verhouding tussen de verschillende groepen is.
Zorgaanbieders zijn door de zorgkantoren geïnformeerd om welke cliënten het gaat. Om deze cliënten ook zorg te kunnen garanderen vanaf 1 januari vraagt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten haar leden om cliënten zelf te benaderen.